28851 |
handgaren |
handgaren:
hanjtjgārǝ (Q016p Lutterade)
|
Naaigaren voor handgebruik, in tegenstelling tot machinegaren. [N 62, 57]
II-7
|
28156 |
handhamer |
handhamer:
hanjtjhāmǝr (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma])
|
[N 95, 742; monogr.]
II-5
|
18906 |
handig |
handig:
henjig (Q016p Lutterade)
|
goed met de handen terecht kunnend; gemakkelijk en snel iets met de handen kunnen maaken [handig, mieg, erg, snel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
28211 |
handlamp |
handlamp:
hanjtjlamp (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma])
|
Elektrische handlamp, bestaande uit een pot, waarin een accu is ondergebracht en een kopstuk met een gloeilamp. [N 95, 251; monogr.]
II-5
|
27222 |
handlanger |
handlanger:
hanjtjlɛŋǝr (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Niet-geschoolde arbeider die in de mijn meehelpt bij o.a. het vervoer. [N 95, 154]
II-5
|
28893 |
handnaaimachine |
handmachine:
hanjtjmǝšin (Q016p Lutterade)
|
Naaimachine die men met één hand in beweging brengt. De informant van L 416 merkt op, dat men de machine aandraait door middel van een rad met een knop. De informant van Q 111* spreekt van een machine met zwengel. De informant van Q 88 vermeldt dat men de handnaaimachine niet meer gebruikt. [N 59, 17c]
II-7
|
28010 |
handpijler |
handpijler:
hanjtjpīlǝr (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma, Maurits])
|
Pijler waarin de steenkool met behulp van de luchthamer wordt gewonnen. Zie ook het lemma Mechanische Pijler. [N 95, 281; monogr.]
II-5
|
18256 |
handschoen |
haas:
eijsch (Q016p Lutterade),
eijsche (Q016p Lutterade),
hééjsje (Q016p Lutterade)
|
handschoen [SGV (1914)] || handschoenen (mv) [SGV (1914)] || handschoenen, met vier vingers en een duim [vingerwante, haase, hejse] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
27545 |
handschoen, handbeschermer |
hands:
hē̜šǝ (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Handschoen of handbeschermer. Er zijn werkzaamheden waarbij handbeschermingsmiddelen moeten worden gedragen zoals bij ijzertransport en andere waarbij het verboden is om deze middelen te dragen, zoals bij draaiende boren, werken aan bewegende delen van machines of aan- en afkoppelen van wagens (MBK V pag. 139). Lauraders moeten bij hun werk handschoenen dragen. [N 95, 882; N 95, 883]
II-5
|
25056 |
handvol |
handvol:
hampfel (Q016p Lutterade),
hampvel (Q016p Lutterade),
houafel (Q016p Lutterade)
|
de hoeveelheid die men in een hand kan nemen [haffel, handvol, grap, grop] [N 91 (1982)]
III-4-4
|