19418 |
poken |
ragelen:
raochelen (Q016p Lutterade),
rōͅgələ (Q016p Lutterade)
|
Met een pook in de kachel of het vuur porren (poken, peuteren, rakelen, koteren) [N 79 (1979)] || poken [SGV (1914)]
III-2-1
|
21437 |
politieagent |
police (fr.):
plis (Q016p Lutterade, ...
Q016p Lutterade)
|
een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24431 |
pompen van de meikever |
tellen:
tèlle (Q016p Lutterade)
|
Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
29093 |
pompen, vermaken |
veranderen:
vǝraŋǝrǝ (Q016p Lutterade)
|
Vermaken van kleding. Aangeven van aan te brengen veranderingen in verband met niet goed passen (Meima I, pag. 6). [N 59, 190a; N 62, 21b; MW]
II-7
|
28733 |
pompier |
pompier:
pompēr (Q016p Lutterade)
|
Persoon die kleding verandert of de kleermakersknecht die in de pomp werkt, dat wil zeggen de kleermaker die in een confectiemagazijn het confectiewerk passend maakt. [N 59, 195c]
II-7
|
27249 |
pompmachinist |
pompmachinist:
pompmašǝnes (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma])
|
De arbeider die de pompen bedient. [N 95, 136; monogr.]
II-5
|
21170 |
ponton |
ponton (fr. <it.):
ponton (Q016p Lutterade)
|
een drijvende brug (ponton) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19474 |
pook |
stoofijzer:
stōf˂īzər (Q016p Lutterade)
|
pook [SGV (1914)]
III-2-1
|
19957 |
poort |
poort:
pǭǝrt (Q016p Lutterade)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
27680 |
poortwachtershuis |
poortwachtershuis:
poartwɛxtǝšhūs (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Domaniale, Wilhelmina])
|
[N 95, 40]
II-5
|