30687 |
puimsteen |
zwamsteen:
zwamštęjn (Q016p Lutterade)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|
18693 |
pullover |
trui:
trui (Q016p Lutterade)
|
pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21479 |
punaise |
punaise (fr.):
punaise (Q016p Lutterade)
|
een klein metalen stiftje met grote platte kop voor het vastzetten van tekeningen etc. [tetske, punaise] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
27555 |
pungel |
kuilpungel:
kulpøŋǝl (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma])
|
De tas of samengeknoopte handdoek waarin de mijnwerker zijn spullen naar de mijn meeneemt. Volgens een informant van Q 121 vormen een broek, jasje, hemd, sokken, halsdoek en stukje klokzeep, samengebonden in een blauw geruite handdoek, de pungel. De "sneebors" uit K 361 is een speciale broodzak, een tas die alleen voor boterhammen wordt gebruikt. [N 95, 69; monogr.; Vwo 124; Vwo 579]
II-5
|
25014 |
punt, stip |
punt:
puntj (Q016p Lutterade),
tikje:
tikske (Q016p Lutterade)
|
een zeer klein rond teken, een punt [stip, tikske] [N 91 (1982)] || punt [SGV (1914)]
III-4-4
|
25038 |
purper, paarsrood |
violet:
flet (Q016p Lutterade)
|
de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23766 |
quatertemperdag |
quatertemper (<lat.):
kwatertemper (Q016p Lutterade)
|
De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
19079 |
raad |
raad:
road (Q016p Lutterade)
|
raad [SGV (1914)]
III-1-4
|
33271 |
raapzaad |
stekzaad:
stɛkzǭt (Q016p Lutterade)
|
Brassica rapa L. subsp. oleifera. Naam voor het gewas en voor het zaad. Zoals koolzaad is ook raapzaad een koolsoort die alleen om het oliehoudend zaad wordt geteeld. De knolraap is de vrucht van dezelfde soort die omwille van de knol wordt verbouwd; vergelijk ook het lemma Knolraap.
I-5
|
19057 |
raar, vreemd |
vreemd:
vrêm (Q016p Lutterade)
|
01; vreemd [SGV (1914)]
III-1-4
|