e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stinken stinken: sjtinke (Lutterade) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)] III-1-1
stinkende gouwe wrattenkruid: vrattekroed (Lutterade) Stinkende gouwe (chelidonium majus 30 tot 90 cm grote, behaarde plant. De bladeren zijn diep ingesneden, soms bijna samengesteld, met grof gekartelde blaadjes, de onderkant is blauwgroen; de bloemen groeien in schermen, met 4 gele kroonbladeren en 2 spo [N 92 (1982)] III-4-3
stoel stoel: štōl (Lutterade), štōl (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]) Console waarop de draagrollen van een transportband zijn bevestigd. [N 95, 637; N 95, 641] || stoel [SGV (1914)] II-5, III-2-1
stoelen op het priesterkoor koorstoelen: koarsjteul (Lutterade, ... ) De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)] III-3-3
stoep stoep: schtop (Lutterade) stoep [SGV (1914)] III-3-1
stoep, trottoir stoep: schtop (Lutterade) stoep [SGV (1914)] III-2-1
stof mouw: mauw (Lutterade), stof: štof (Lutterade) Benamingen voor stof in het algemeen. [N 62, 71a; MW] || stof [SGV (1914)] II-7, III-2-1
stof afnemen stoffen: (boven de ö staat weer een horizontaal streepje, lange ö-klank)  stöfen (Lutterade) Stof afnemen (stoffen) [N 79 (1979)] III-2-1
stof, zandx muf: mauw (Lutterade, ... ) stof [SGV (1914)] III-4-4
stofblik troffeltje: trøfəlkə (Lutterade) blik (van stoffer en ~) [SGV (1914)] III-2-1