22658 |
toneelspel |
spel:
sjpeel (Q016p Lutterade)
|
Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
17727 |
tonen |
laten zien:
zeen loate (Q016p Lutterade),
tonen:
tuine (Q016p Lutterade)
|
tonen [SGV (1914)] || tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
18231 |
tong van een schoen |
tong:
tong (Q016p Lutterade)
|
een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
21382 |
toonbank |
winkelbank:
winkelbank (Q016p Lutterade)
|
toonbank [SGV (1914)]
III-3-1
|
23464 |
torenhaan |
t hantje van dn taore?].:
de wearhaan (Q016p Lutterade),
tōārehaan (Q016p Lutterade)
|
De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23456 |
torenspits |
spits:
de sjpits (Q016p Lutterade),
torenspits:
tōārespits (Q016p Lutterade)
|
De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23300 |
torenuurwerk |
kerkuur:
de kirkoer (Q016p Lutterade),
kirkoer (Q016p Lutterade)
|
Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
29108 |
tornen |
lospeuteren:
lospø̄tǝrǝ (Q016p Lutterade),
lossnijden:
losšni-jǝ (Q016p Lutterade),
lostrochelen:
lostroǝxǝlǝ (Q016p Lutterade)
|
De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38]
II-7
|
28362 |
torpedo |
torpedo:
torpedo (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma])
|
Het gewicht dat, nadat de remschijftransporteur is verplaatst, door de leidpijp naar beneden wordt gelaten. Wanneer de torpedo beneden is aangekomen, wordt de transportketting eraan vastgemaakt en het geheel kan dan door de machine naar boven worden getrokken. [N 95, 666]
II-5
|
18917 |
traag |
traag:
troag (Q016p Lutterade, ...
Q016p Lutterade)
|
niet snel reagerend; langzaam in het handelen [traag, lui] [N 85 (1981)] || traag [SGV (1914)]
III-1-4
|