34656 |
bokkussen |
bokkussen:
bǫkkøsǝ (Q016p Lutterade)
|
Verplaatsbaar kussen voor de koetsier op de bok van dienst- en sportrijtuigen. Het kussen, dat wat hoger is dan de rest van de bok, gaat van voor naar achter schuin omhoog. Wanneer de koetsier kracht moet bijzetten, zet hij zich af op het voorschild, waartegen zijn voeten staan, en drukt zich in de uitschulping van het kussen. De bokkussens voor dames zijn over het algemeen zachter dan die voor heren. [N 101, 18b]
I-13
|
32326 |
bom, spon |
spon:
špon (Q016p Lutterade)
|
De houten stop die ter afsluiting in het spongat wordt geslagen of geschroefd. Volgens de respondenten uit Gulpen (Q 203), Rothem (Q 99*) en Klimmen (Q 111) werd onder de bom eerst nog een lap gelegd. Die werd sponlap (Q 99*: šponlap) of sponlapje (Q 111: šponlɛpkǝ) genoemd. Zie ook het lemma ɛsponɛ in wld II.2, pag. 44.' [A 36, 3b; N 6, 4 add.; N E, 48a add.; L 7, 28 add.; monogr.]
II-12
|
20661 |
bonenkruid |
bonenkruid:
WBD/WLD
boanekroed (Q016p Lutterade, ...
Q016p Lutterade),
kruidje:
krutje (Q016p Lutterade, ...
Q016p Lutterade)
|
Bonenkruid, het geurige kruid dat bij de tuinbonen of andere peulvruchten gevoegd wordt (keule, keul, kuil, kruid, heume, bonenkruid, kuun, keune). [N 82 (1981)]
I-7, III-2-3
|
18296 |
bont als apart kledingstuk |
pels:
pels (Q016p Lutterade)
|
bont, zachtharig dierenvel (das, vos, e.d.) als los kledingstuk [poes, pels, mansjel] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18297 |
bontkraag |
bontkraag:
bontjkraag (Q016p Lutterade)
|
kraag van bont [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18682 |
bontmantel |
bontjas:
bontjas (Q016p Lutterade)
|
bontmantel [N 23 (1964)]
III-1-3
|
25019 |
bonzen |
beuken:
booke (Q016p Lutterade)
|
hevig kloppen bijv. met de vuist op een deur [grollen, bonzen, dokkeren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
22552 |
boog |
boog:
boag (Q016p Lutterade)
|
De dunne lichte staaf van hout met een scherpe punt die met een boog naar een doel wordt afgeschoten [pijl, bout, teit, straal, schicht]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24472 |
boom (alg.) |
boom:
boum (Q016p Lutterade),
buim (mv.):
buim (Q016p Lutterade)
|
boom [SGV (1914)] || boomen (mv.) [SGV (1914)]
III-4-3
|
33511 |
boomgaard |
wei:
wei}* (Q016p Lutterade)
|
I-7
|