id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
20124 | vrouwelijke kat | kat: kat (Lutterade), vrouwtje: WBD/WLD vruiwke (Lutterade) | Hoe noemt u een vrouwelijke kat (moederkat, kattin, poes) [N 83 (1981)] III-2-1 |
34473 | vrouwelijke kip | hoen: ōn (Lutterade) | De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.] I-12 |
24272 | vrouwelijke kwartel | kwartelwijfje: kwartelwifke (Lutterade) | het wijfje van de kwartel (zij) [N 83 (1981)] III-4-1 |
23362 | vrouwenkant | vrouwluikant: de vrouwluujkantj (Lutterade), vrouwluukanjt (Lutterade) | De rechterhelft van de kerk, het gedeelte rechts van het middenpad, dat bestemd was voor de vrouwen [epistelkant, vrouwenkant, vrouwliekant?]. [N 96A (1989)] III-3-3 |
20467 | vrouwziek | heet: heit (Lutterade), loops: luipsj (Lutterade), warm: wèrm (Lutterade) | vrouwziek [keeterig] [N 10C (zj)] III-2-2 |
24515 | vrucht zetten | aanzetten: good aagezat (Lutterade), dragen: WBD/WLD dea boum dreug (Lutterade), draage (Lutterade) | Vruchten vormen, vrucht zetten (spenen, laden). [N 82 (1981)] III-4-3 |
33681 | vruchtbare grond | vette grond: vɛtǝ gronjtj (Lutterade) | Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt be√Ønvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30] I-8 |
24965 | vuil in sloten | zomp: zomp (Lutterade) | vuil, stro of zeewier in sloten of tegen dijken [geffeling, eek, vlot, lies, drift, geffel, gaf, bras, reek, deek] [N 81 (1980)] III-4-4 |
24966 | vuil waterx | zompwater: zompwater (Lutterade) | vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4 |
28116 | vulschop | uiteinde: ūtenj (Lutterade [(Maurits)] [Winterslag, Waterschei]) | Beweegbaar mondstuk aan het uiteinde van de blaasbuis waarmee men het uitgeblazen opvulmateriaal van richting kan laten veranderen. [N 95, 560; monogr.] II-5 |