e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wierookvat wierooksvat: wierouksvaat (Lutterade) Het wierookvat [wiereksvat, wieresvaas?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wig kijl: kil (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]), wig: wig (Lutterade  [(Maurits)]   [Laura, Julia]) Taps toelopend houten blok dat wordt gebruikt om bijvoorbeeld ijzeren ondersteuningen of schudgootmotoren vast te zetten. Het woordtype "bouwkijl" werd op de Domaniale mijn gebruikt voor een wig in galerij-ondersteuningen. [N 95, 346; N 95, 347; N 95, 332; monogr.; Vwo 209; Vwo 724] II-5
wijde regenmantel zonder mouwen cape (eng.): keep (Lutterade), pelerine (<fr.): pellerien (Lutterade) een wijde regenmantel zonder mouwen [N 59 (1973)] || regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)] III-1-3
wijden wijden: wie e (Lutterade) wijden [SGV (1914)] III-3-3
wijdte wijdte: witǝ (Lutterade) De benaming voor een omtrekmaat, in het bijzonder als tweede lid van een samenstelling in bijv. bovenwijdte, taillewijdte en heupwijdte. [N 59, 44a; N 62, 2b] II-7
wijn wijn: wien (Lutterade) wijn [SGV (1914)] III-2-3
wijnazijn wijnazijn: wien-a-zien (Lutterade) wijnazijn [SGV (1914)] III-2-3
wijnstok, wingerd druivenwingerd: droevevingerd (Lutterade, ... ), wijndruif: WBD/WLD  wíendroef (Lutterade) [SGV (1914)]De klimplant met handvormige bladeren en groenwitte bloempjes de de wijndruif levert (wijnrank, wingerd, wijger, vijger, wijgert, driveger), [N 82 (1981)] || wingerd [SGV (1914)] I-7
wijs kloek: klook (Lutterade) veel wetend, veel geleerd, veel in zich hebbend [wijs, kloek] [N 85 (1981)] III-1-4
wijwater wijwater: wiewater (Lutterade, ... ) Wijwater [wïjewaater, wiejwasser, fintwaater]. [N 96B (1989)] || Wijwater, gewijd water [weej-,wij-,wiejwaater, wiewasser, heilig water, vontwater?]. [N 96B (1989)] III-3-3