19247 |
zich vergissen |
abuis hebben:
abuis hubbe (Q016p Lutterade)
|
het mis hebben, zich vergissen [abuis hebben, zijn eigen misgissen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18842 |
zich verwonderen |
verwonderen:
verwonjere (Q016p Lutterade)
|
vreemd toekijken [verwonderen, wonder geven, bewonderen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19257 |
zich zeer slecht gedragen |
brakken:
brakke (Q016p Lutterade)
|
zich zeer slecht gedragen, zich als een beest gedragen [beesten, opspelen, wallebak-ken, brakken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17975 |
ziek |
krank (du.):
krank (Q016p Lutterade)
|
ziek [SGV (1914)]
III-1-2
|
17977 |
ziekelijk |
krankelijk:
krenkelik (Q016p Lutterade)
|
Ziekelijk: telkens ziek (ziekelijk, ongans, lelijk, zuchtig). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24053 |
ziekenlantaarn |
godslicht:
goadsleeg (Q016p Lutterade)
|
De lantaarn die door de misdienaars gedragen wordt als Ons Heer naar een zieke wordt gebracht [lanteer]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24089 |
ziekenzuster |
liefdezuster:
leefdezuster (Q016p Lutterade)
|
Een zuster die zich bezig houdt met de verpleging van zieken [leefdezuster]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17980 |
ziekte |
krankte:
krengde (Q016p Lutterade)
|
ziekte [SGV (1914)]
III-1-2
|
23338 |
ziel |
ziel:
zeal (Q016p Lutterade),
zieel (Q016p Lutterade)
|
De ziel [zieël, zie.l, zeel]. [N 96D (1989)] || ziel [SGV (1914)]
III-3-3
|
23617 |
zielboek |
zielenboek:
zealebook (Q016p Lutterade)
|
Het zielenboek, het register van overledenen, wier namen op vaste tijden van de preekstoel werden afgelezen, voorzover de nabestaanden het zielenboekgeld hadden voldaan [zielboek, dodenlijst?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|