27908 |
dwarskap |
dwarskap:
dwę̄škap (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Kap die in de dwarsrichting van de pijler of de mijngang wordt geplaatst. De dwarskap is extra versterkt en bestaat uit twee elementen. Zij wordt gelegd op de plaats waar vanuit een steengang een galerij wordt begonnen. Zij moet extra stevig zijn omdat, al naar gelang de hoek die de galerij ten opzichte van de steengang maakt, één of meer kappen van de galerij met één uiteinde op de dwarskap rusten. [N 95, 303; monogr.; Vwo 105; Vwo 297; Vwo 299; Vwo 352; Vwo 792]
II-5
|
27193 |
dwarsligger |
dwarsligger:
dwęšleqǝr (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Houten of ijzeren dwarsligger waarop de spoorstaven worden bevestigd. De vormen "sousguide" en "travers" worden in de Belgische mijnen voornamelijk ondergronds gebruikt, terwijl men bovengronds meestal van "bille" spreekt (Vanwonterghem pag. 202). [N 95, 709; monogr.; Vwo 132; Vwo 300; Vwo 722; Vwo 790]
II-5
|
27985 |
dwarspijler |
dwarspijler:
dwę̄š[pijler] (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma])
|
Pijler die evenwijdig aan de strijkrichting van de koollaag ligt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -(pijler) het lemma Pijler. [N 95, 480; N 95, 286]
II-5
|
27320 |
dynamiet |
dynamiet:
dinǝmit (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma])
|
Springstof met nitroglycerine als grondstof. Dynamiet wordt vooral gebruikt om zeer harde steenlagen los te maken. [N 95, 422; N 95, 419; monogr.; Vwo 301]
II-5
|
28217 |
dynamo |
dynamo:
dynamo (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De kleine dynamo die gekoppeld is aan een door perslucht aangedreven turbine en de benodigde elektrische stroom levert voor de persluchtlamp. [N 95, 259]
II-5
|
18405 |
eau de cologne |
eau de cologne (fr.):
odeklonj (Q016p Lutterade)
|
reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
24957 |
eb, laagtij |
laag water:
leag water (Q016p Lutterade)
|
eb, teruggaan van het water van de zee en de toestand van laag water [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25024 |
echo |
echo:
echo (Q016p Lutterade)
|
een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20394 |
echtgenoot |
man:
manne (Q016p Lutterade),
mens:
minsj (Q016p Lutterade)
|
[haar ~ en haar kinderen] [SGV (1914)] || de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
vrouw:
vrouw (Q016p Lutterade)
|
de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)]
III-2-2
|