e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong (bn.) jong: jonk (Maasbracht) jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong van een dier jong: jonk (Maasbracht), joŏnk (Maasbracht), joŋk (Maasbracht), klein beestje: klein beëstje (Maasbracht) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || jong (ve dier) [SGV (1914)] || klein beestje [DC 37 (1964)] I-11, III-4-2
jong van een rund jong: jǫŋk (Maasbracht) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bak (Maasbracht), bagje: bɛkskǝ (Maasbracht) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge geit geitje: geitje (Maasbracht), lammetje: lɛmkǝ (Maasbracht), sikje: sekskǝ (Maasbracht) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kat katje: ketje (Maasbracht) Hoe noemt u een jong katje? (jongske, katje) [N 104 (2000)] III-2-1
jonge kip hoen: hōn (Maasbracht), pul: pø̜l (Maasbracht) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jongen jong: jong (Maasbracht), jóóng (Maasbracht, ... ) jongen (knaap) [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] III-2-2
jongensblouse bloes: bloes (Maasbracht) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jongste kind scharlingetje: sjerlingske (Maasbracht), scharrelingetje: scherrrelingske (Maasbracht) Andere benaming van: wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)] || Wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)] III-2-2