24196 |
kraanvogel |
kroenekraan:
kroenekraan (L377p Maasbracht, ...
L377p Maasbracht)
|
kraanvogel [SGV (1914)] || kraanvogel (114 alleen op trek; nu vrij zeldzaam; in grote V-vormige troepen overvliegend; alleen in Oost-Brabant; overnachtend bij vennen [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17918 |
krabben |
afschuren:
afschuren (L377p Maasbracht),
krabbelen:
krabbele (L377p Maasbracht),
krabben:
krabbe (L377p Maasbracht),
zeene kop krabbe (L377p Maasbracht),
schuren:
sjoere (L377p Maasbracht)
|
krabben [SGV (1914)] || krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)] || Met een krabber of andere hulpmiddelen de geweekte varkensharen verwijderen. Door het krabben wordt een zeer dun laagje van de opperhuid eveneens verwijderd. [N 28, 27; monogr.]
II-1, III-1-2
|
25404 |
krabber |
krabber:
krɛbǝr (L377p Maasbracht)
|
Een meestal kegelvormig metalen werktuig met scherpe onderrand waarmee men de geweekte varkensharen verwijdert. Aan de bovenkant van de krabber bevindt zich een haak waarmee men de na het krabben achtergebleven lange haren uittrekt of de nagels afrukt. Omdat men een krabber vaak zelf maakt of laat maken van restanten van ander, niet meer bruikbaar gereedschap (bv. het blad van een schoffel) komen allerlei vormen voor. Voor het mes waarmee men de geweekte ha-ren en opperhuid van het varken verwijdert zie men het lemma ''mes''. Zie afb. 6. [N 28, 28a; N 28, 36; monogr.]
II-1
|
18372 |
krakende schoen |
piepen (ww.):
de sjoon piepe (L377p Maasbracht)
|
schoenen die een krakend geluid maken als men er op loopt [kraokschoen] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21340 |
kramer |
kramer:
krièmer (L377p Maasbracht)
|
kramer [SGV (1914)]
III-3-1
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
gezet (L377p Maasbracht)
|
krant [SGV (1914)]
III-3-1
|
25034 |
krassen |
kratsen:
kratse (L377p Maasbracht)
|
krassen [SGV (1914)]
III-4-4
|
21031 |
kreeft |
kreeft:
krèft (L377p Maasbracht)
|
kreeft [SGV (1914)]
III-2-3
|
24339 |
krekel |
krekel:
krekel (L377p Maasbracht, ...
L377p Maasbracht)
|
krekel [DC 07 (1939)], [SGV (1914)]
III-4-2
|
20708 |
krentenbol |
krentenbol:
krintebol (L377p Maasbracht),
krentenbroodje:
kadetjes
krentebrood (L377p Maasbracht)
|
Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] || verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)]
III-2-3
|