18607 |
nachtkleren |
dingen voor de nacht:
de dinge veure nacht (L377p Maasbracht)
|
nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18660 |
nachtpak |
hansop:
Van Dale: hansop, 2) wijd kledingstuk, gelijkende op de kleding der hansworsten, soort van overall, m.n. als nachtgewaad voor kinderen. vgl. WNT hanssop -hansop. 4) Bij overdracht. Naam voor een kleedingstuk (als nachtgewaad voor kinderen nog in gebruik), gelijkende op het gewaad van den hanssop, en bestaande uit lijf en broek met lange pijpen aan één stuk.
hansop (L377p Maasbracht)
|
nachtpak, overall-achtig ~ met een klep aan de achterkant [hansop] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
24394 |
nachtvlinder |
uil:
uul (L377p Maasbracht)
|
nachtuiltje, nachtvlinder [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
18937 |
nadeel |
nadeel:
noadeil (L377p Maasbracht),
schade:
schaaj (L377p Maasbracht)
|
nadeel [SGV (1914)]
III-1-4
|
20138 |
nageboorte |
nageboorte:
naogebaorte (L377p Maasbracht, ...
L377p Maasbracht),
naogeboorte (L377p Maasbracht)
|
menselijke nageboorte [N 10C (zj)] || nageboorte van de mens; hoe noemde men vroeger - -? [DC 33 (1961)]
III-2-2
|
34179 |
nageboorte van de koe |
rein:
rɛi̯n (L377p Maasbracht)
|
[N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.]
I-11
|
17770 |
nagel |
nagel:
nāgel (L377p Maasbracht)
|
nagel [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
20081 |
nagelbloem (clethra alnifolia) |
kruitnageltje:
\'sering\'
kroetnaigelke (L377p Maasbracht),
violet:
filètte (L377p Maasbracht)
|
nagelbloem (anjelier) [SGV (1914)]
III-2-1
|
32955 |
nagras, tweede hooioogst |
groe(n)maad:
grōmęntj (L377p Maasbracht)
|
De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.]
I-3
|
33706 |
natuurlijke waterloop |
beek:
bēk (L377p Maasbracht),
bē̜k (L377p Maasbracht)
|
Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.]
I-8
|