e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nestei nestei: nęstęi̯ (Maasbracht) Een nestei is het ei dat men bij het wegnemen van de eieren van de kippen in het nest laat liggen, opdat er andere bij gelegd worden. Soms gebruikt men een ei van kalk, porcelein of gips, soms een vuil ei. [S 25; monogr.] I-12
nestkastje nestkastje: nèst-kestje (Maasbracht) vogelkastje: Hoe noemt u in uw dialect een kastje voor vogels om in te nestelen dat men aan het huis of een boom hangt? [N 100 (1997)] III-4-1
netborstel borstel met steel: bø̄stǝl met stēl (Maasbracht) Borstel, kwast of handveger die dient voor het bevochtigen van de bovenzijde van het deegbrood. Volgens informanten (in L 289b, L 318b en Q 18, Q 112b) gebeurt dit ook wel met de hand. [N 29, 40b; monogr.] II-1
netmaag netmaag: nɛtmāx (Maasbracht) De tweede maag van de koe, de langwerpige maag. [N 28, 81; A 9, 11b] I-11
neus neus: naas (Maasbracht), nāās (Maasbracht) neus [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
neus (spotnamen) fok: fok (Maasbracht), gevel: gevel (Maasbracht) neus: spotbenamingen [snoet, snotkoker, fok, fokker, kokker, domphoren, gevel, foemp] [N 10 (1961)] III-1-1
neus van een schoen naas: naas vanne sjoe (Maasbracht) neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)] III-1-3
neusgaten neusgaten: naasgater (Maasbracht) neus: neusgaten [N 10 (1961)] III-1-1
neusklem ring: reŋk (Maasbracht) Klem in de neus van een stier. [N 3A, 14d] I-11
neusriem naasriem: nāsrēm (Maasbracht) Leren riempje van het hoofdstel dat over de neus van het paard loopt. [N 13, 23] I-10