e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

Gevonden: 3406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezoek bezoek: bezeuk (Maasbracht) bezoek [SGV (1914)] III-3-1
bezorgen rondbrengen: rontjbreŋǝ (Maasbracht) Brood thuis bezorgen. Het woordtype "kremeren" duidt op het feit dat het brood niet door de rondbrenger gebakken is maar dat het door een grote bakkerij of broodfabriek geleverd wordt. Een eventueel opgegeven object "brood" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 99a, N 29, 99b; N 29, 100 add.; monogr] II-1
bibberen rijderen: rie-e-re (Maasbracht), riejere (Maasbracht) beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)] || bibberen, bibberen [SGV (1914)] III-1-2
bidden beden: bèje (Maasbracht) bidden [SGV (1914)] III-3-3
biechten (gaan) biechten (gaan): biechte (Maasbracht) biechten [SGV (1914)] III-3-3
bieden bieden: be.jə (Maasbracht), beeje (Maasbracht) bieden [RND], [SGV (1914)] III-3-1
bier bier: beer (Maasbracht), béér (Maasbracht) bier [RND], [SGV (1914)] III-2-3
bierpap slemp: sjlemp (Maasbracht) Bierpap (beerslemp?) [N 16 (1962)] III-2-3
biersoep slemp: sjlemp (Maasbracht) Soep, hoofdzakelijk gemaakt van bier (biersoep, beersop, bierzuipe) [N 16 (1962)] III-2-3
biestmelk biest: bēs (Maasbracht), biestmelk: bēsmɛlk (Maasbracht) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11