e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
suikerbrood klontjesmik: ei kort  kluntjes meik (Maasbracht) brood waarin suiker gebakken wordt [N 29 (1967)] III-2-3
suikerklontje klontje: kluntje (Maasbracht) klontje; Hoe noemt U: Een blokje suiker (klontje) [N 80 (1980)] III-2-3
suizen van de oren tuiten: mie oöre toete (Maasbracht) suizen van de oren [toewte, fluite] [N 10 (1961)] III-1-1
taart taart: taart (Maasbracht, ... ) taart [SGV (1914)] || Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3
taatspot van de kleine spil pot: po̜t (Maasbracht) De ijzeren pot op de pasbalk die in windmolens als lager van de kleine spil dient. [N O, 16g; A 42A, 25; N D, 21] II-3
tabak toebak: toebak (Maasbracht) tabak [SGV (1914)] III-2-3
tabakspruim pruim: prōēm (Maasbracht) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tafel tafel: tōͅfəl (Maasbracht, ... ) een houten tafel [Roukens 12 (1937)] || tafel [SGV (1914)] III-2-1
tafelmes tafelmets: taofelmets (Maasbracht) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tafelpoot tafelpoot: tōͅfəlpōͅ.t (Maasbracht), tōͅfəlpūət (Maasbracht) tafelpoot [DC 49 (1974)] III-2-1