25344 |
verslachten |
afslachten:
āfslaxtǝ (L377p Maasbracht)
|
Verminderen in gewicht van het vlees ten gevolge van het slachten. [N 28, 97]
II-1
|
18226 |
versleten |
versleten:
verslete (L377p Maasbracht)
|
verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)]
III-1-3
|
19179 |
verstandig |
verstandig:
verstenjig (L377p Maasbracht)
|
verstandig [SGV (1914)]
III-1-4
|
22349 |
verstoppertje spelen |
bergmannetje spelen:
bergmenke spele (L377p Maasbracht)
|
schuilevinkje spelen [SGV (1914)]
III-3-2
|
18140 |
verstuiken |
verstuiken:
verstøke (L377p Maasbracht),
verstøktj (L377p Maasbracht)
|
verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)]
III-1-2
|
32577 |
verteerde mest |
kort mest:
kǫrt [mest] (L377p Maasbracht)
|
De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.]
I-1
|
19779 |
verwarmen, stoken |
stoken:
staoke (L377p Maasbracht),
stōāke (L377p Maasbracht)
|
stoken [DC 35 (1963)]
III-2-1
|
18277 |
vest |
wambuisje:
waimeske (L377p Maasbracht),
wè-meske (L377p Maasbracht)
|
herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || vest (kleedingstuk) [SGV (1914)]
III-1-3
|
18533 |
vestzakje |
wambuistasje:
wè-mesteske (L377p Maasbracht)
|
vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34071 |
vetkoe |
mestkoe:
mɛst[koe] (L377p Maasbracht)
|
Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.]
I-11
|