e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlo (mv., fon.) vleu: vleu (Maasbracht), eu klinkt niet als eu van deur - lijkt meer op eue met doffe e achteraan  vleu (Maasbracht), vloei: vlui (Maasbracht) vlo (pulex irritans), mv. [DC 54 (1979)] || vlo (znw mv) [N 26 (1964)] || vlooien [SGV (1914)] III-4-2
vloeistof voor het bereiden van beschuitdeeg melk: melk (Maasbracht) Het beschuitmeel wordt vermengd met een vloeistof, bestaande uit water en/of melk, waaraan soms eieren worden toegevoegd. Indien voorradig wordt ook biestmelk gebruikt. [N 29, 57b] II-1
vloeken vloeken: vlooke (Maasbracht) vloeken [SGV (1914)] III-3-1
vloer vloer: vlūr (Maasbracht) Zie voor het woordtype 'beleg' ook RhWb V, k. 301, s.v. 'Beleg': ø̄Fussboden aus Steinbelagø̄. Volgens Jongeneel (Heerlens Woordenboek, pag. 19) maakten de boeren uit de omgeving van Heerlen steenharde, waterdichte vloeren van zand, kalk of cement en kolensintels. [S 41; N 54, 128; monogr.; Vld.] II-9
vlokken in de melk stoppen: stø̜p (Maasbracht) Bij uierontsteking kunnen er kleine stolseltjes in de melk komen. [N 52, 5b; A 48A, 10b; N 52, 5a, 5c] I-11
vlug hel: hel (Maasbracht) vlug: (moet je nu al weg?) Ja, ik zal moeten voortmaken om op tijd thuis te zijn; zo - loop ik niet meer [DC 39 (1965)] III-1-4
vlug lopen hel lopen: hèl loupe (Maasbracht) lopen: snel lopen [rekke, dabbere, op ne steile gaon] [N 10 (1961)] III-1-2
vocht waarmee het brood wordt gewassen water: water (Maasbracht) Op grond van de vraagstelling in N 29, 51 ("Waarmee wordt het brood, nadat het uit de oven is gehaald, gewassen?") vielen de antwoorden uiteen in benamingen voor een "vloeistof" en benamingen voor "borstel" of "lap". De opgaven zijn daarom gesplitst in twee lemmata. Het opgegeven woordtype "aardappelmeel" is niet opgenomen, omdat het op een vaste substantie duidt. Volgens de informant van Q 187a bestaat de "wieks" uit water en zetmeel. [N 29, 51] II-1
vod voddel: foddel (Maasbracht), foddele (Maasbracht) vod [SGV (1914)] || vodden [SGV (1914)] III-1-3
voddenkoopman voddelenkramer: foddelekrièmer (Maasbracht) voddenkoopman [SGV (1914)] III-3-1