e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

Gevonden: 3406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drinken bij de zeug zuiken: zūkǝ (Maasbracht) Het zuigen of drinken bij de zeug, gezegd van de big. [N 19, 21a] I-12
drinkglas drinkglas: drinkglaas (Maasbracht) drinkglas zonder voet [N 20 (zj)] III-2-1
drinkglas met voet kapper: kapper (Maasbracht), kopper: kopper (Maasbracht) drinkglas met een voet (kapper, kopper(tje)) [N 20 (zj)] III-2-1
drinkkuil in de wei kolk: kǭu̯k (Maasbracht), kuil: kūl (Maasbracht), poel: pul (Maasbracht) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
droge koe mestkoe: mɛstku (Maasbracht) Koe die geen melk meer geeft maar toch niet drachtig is. [N 3A, 73] I-11
dronkaard zuiplap: zoeplap (Maasbracht) dronkaard; Hoe noemt U: Iemand die voortdurend dronken is (dronkaard, zatlapper, zwanzer, boemelaar, alcoholist) [N 80 (1980)] III-2-3
dronken bezopen: bezōpe (Maasbracht), zat: zaat (Maasbracht, ... ) dronken [N 10 (1961)] || zat [SGV (1914)] III-2-3
dronken zijn een brom in hebben: he hejt ein brom in (Maasbracht), een om hebben: he hejt in om (Maasbracht), een stuk in de kraag hebben: he hejt ein stuk in de kraag (Maasbracht), een stuk in zijn kont hebben: h hejt ei stuk in z`n konjt (Maasbracht), hem zitten hebben: he hejt m zitte (Maasbracht) dronken [N 10 (1961)] III-2-3
droog blijven t blijft over]: het geit euver (Maasbracht), ’t blieft dreug (Maasbracht) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] III-4-4
droog weer droog: dreuich (Maasbracht), drûûch (Maasbracht), Opm. v.d. invuller: de uè klank is moeilijk weer te geven; hij klinkt niet als eu, meer als een korte u (van dus) gevolgd door: eg.  druèg (Maasbracht) droog [DC 45 (1970)], [RND] III-4-4