24151 |
gekraagde roodstaart |
roodstaartje:
rōëdstertje (L377p Maasbracht),
rôêtstèrtje (L377p Maasbracht)
|
gekraagde roodstaart || gekraagde roodstaart (14 rood trilstaartje; man heeft zwart gezicht en iets rossige buik; zomervogel; algemeen; broedt in boomgaten; roep [uuiet-tak-tak]; zachte, heldere zang begint met [jie-dru-dru] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17580 |
gekruld haar |
krulhaar:
krolhoar (L377p Maasbracht)
|
gekruld haar [N 10 (1961)]
III-1-1
|
21274 |
geld |
geld:
geljdj (L377p Maasbracht),
ich bun mie geldj kwiet (L377p Maasbracht),
xaelt (L377p Maasbracht)
|
geld [RND] || Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] || Ik ben mijn geld kwijt [ZND 29 (1938)]
III-3-1
|
24152 |
gele kwikstaart |
gele kwikstaart:
gele kwikstert (L377p Maasbracht),
kwikstaartje:
kwikstertje (L377p Maasbracht)
|
kwikstaart, geel [DC 26 (1954)] || kwikstaart, wit [DC 26 (1954)]
III-4-1
|
33264 |
gele lupine |
filipinen:
filǝ`pinǝ (L377p Maasbracht),
lupinen:
lǝpīnǝ (L377p Maasbracht)
|
Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.]
I-5
|
24615 |
gele plomp |
boterstang:
De witte kwam niet voor wel de gele en die noemt men zo, ook de vrucht*.
botterstanje (L377p Maasbracht),
De witte kwam niet voor wel de gele en die noemt men zo, ook de vrucht.
botterstanje (L377p Maasbracht),
vruchtbeginsel lijkt op karn
botterstanje (L377p Maasbracht)
|
gele plomp [DC 17 (1949)], [N 37 (1971)] || gele plomp, zaaddoos van [DC 17 (1949)]
III-4-3
|
33239 |
gele voederwortel |
voermoren:
vōrmūrǝ (L377p Maasbracht),
voerwortelen:
vōrwǫrtǝlǝ (L377p Maasbracht)
|
Daucus carota L. In de genoemde vragenlijst is gevraagd naar twee variëteiten naast de algemene benaming winterwortel die in het vorige lemma ter sprake kwam. Hier is alleen opgenomen hetgeen afwijkend is van lemma Winterwortel. Lobbericher naar het Rijnlands dorpje Lobberich. [N Q, 6b; monogr.]
I-5
|
25078 |
gelijken (op) |
gelijken:
gelieke (L377p Maasbracht)
|
gelijken [ZND 25 (1941)]
III-4-4
|
23206 |
geloof |
geloof:
gelouf (L377p Maasbracht)
|
geloof [SGV (1914)]
III-3-3
|
23320 |
gelooven |
geloven:
gluive (L377p Maasbracht)
|
gelooven [SGV (1914)]
III-3-3
|