e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

Gevonden: 4847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
enkel enkel: inkel (Maasbree) enkel [SGV (1914)] III-1-1
enkeldik, dubbeldik vensterglas dubbeldik glas: dø̜bǝldik ˲glās (Maasbree  [(drie twee-tiende mm)]  ), enkeldik glas: ęŋkǝldik glās (Maasbree  [(één zes-tiende mm)]  ) In dit lemma zijn de benamingen voor de dikten van de verschillende soorten vensterglas bijeen geplaatst. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Vensterglas'. [N 67, 89c] II-9
enten enten: entə (Maasbree), inte (Maasbree) [RND 10] [SGV (1914)] I-7
enterotoxaemie, het bloed bloed: blōt (Maasbree) Een ziekte, veroorzaakt door bacteriën die in het weiland voorkomen. In het lichaam vormen deze bacteriën vergiften. De zieke dieren springen plotseling op, draaien rond, vallen neer, maken fietsende bewegingen, buigen het hoofd naar boven, krijgen schuim op de bek en sterven spoedig. [N 77, 66; N 19, 68] I-12
envelop brieftas: breeftes (Maasbree) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1
epidemie epidemie: epedemie (Maasbree) Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)] III-1-2
epistel epistel (<lat.): epsitel (Maasbree), lezing: laezing (Maasbree) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
er heet aan toegaan spannen: spanne (Maasbree), ⁄t spènt (Maasbree) er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)] III-1-4
ereboog boog: boog (Maasbree, ... ) De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] || Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)] III-3-2
ereboog voor de jonge priester boog: boog (Maasbree) De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] III-3-3