e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
forsythia paaspijp: Paospiëp. (Maasbree) [DC 76 (2002)] I-7
fouten bij slecht overhalen valse plooien: (enk)  valsǝ pluǝj (Maasbree) Fouten die ontstaan, doordat men bij het overhalen het leer niet goed aantrekt. [N 60, 87] II-10
framboos framboos: fram-boe-es (Maasbree) [DC 13 (1945)] I-7
franciscaan bruine pater (lat.): broëne pater (Maasbree) Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)] III-3-3
franje franjel: franjels (Maasbree), franjǝl (Maasbree) franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
fret fret: fret (Maasbree, ... ) Fret, een tam bunzingachtig diertje waamee de konijnen uit hun holen worden verdreven [N 94 (1983)] || fret: Hoe noemt u in uw dialect het marterachtige roofdier waarmee men jaagt op konijnen (het is de tamme albinovorm van de bunzing)? [N100 (1997)] III-4-2
fris weer fris: fris (Maasbree), koud: kaot (Maasbree) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
fronsen fronsen: frunse (Maasbree, ... ) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
fruit bewaren muiken: appels moeken = mooi geel laten worden  moeken (Maasbree) fruit bewaren; Kent u een werkwoord muiken, meuken, muken, moeken? Zo ja wat betekent het? Hoe spreekt men het uit? [DC 31 (1959)] III-2-3
fruit eten grazen: graoze (Maasbree) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] III-2-3