30641 |
getande spalter |
getande spalter:
gǝtandǝ spaltǝr (L267p Maasbree)
|
Spalter waarvan het haar in afzonderlijke bundeltjes is verdeeld. De getande spalter wordt gebruikt bij het schilderen van de vezels van hout. Zie ook afb. 93b en de lemmata 'Spalter' en 'Draadtrekker'. [N 67, 36b]
II-9
|
18828 |
getob; tobben |
gemartel:
gemaartel (L267p Maasbree),
gesukkel:
gesukkel (L267p Maasbree),
plaren:
plaare (L267p Maasbree)
|
gemartel [SGV (1914)] || het getob om iets gedaan te krijgen [gevil, vilderij, plagerij, gesukkel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20315 |
getrouwde vrouw |
getrouwde vrouw:
gətròwdə vròw (L267p Maasbree)
|
getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND]
III-2-2
|
20369 |
getuige |
bruidsknecht:
broedsknech (L267p Maasbree),
getuige:
getuuge (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] || iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)]
III-2-2, III-3-1
|
20388 |
getuige zijn |
getuige zijn:
getuuge zien (L267p Maasbree),
getuigen:
getūūge (L267p Maasbree)
|
getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
21321 |
getuigen |
getuigen:
getuge (L267p Maasbree),
[overgeheveld van lm. getuigenis, geen begrip getuigen in N 90, RK]
getuuge (L267p Maasbree)
|
de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)] || getuigen [SGV (1914)]
III-3-1
|
23899 |
gevallen engelen |
gevallen engelen:
gevalle ingele (L267p Maasbree)
|
De gevallen engelen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21322 |
gevangenis |
kotje:
Van Dale: kot, 4. gevangenis.
kotje (L267p Maasbree),
prison (<fr.):
Van Dale: prison (<Fr.), (gew.) gevangenis.
perzong (o) (L267p Maasbree)
|
de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] || gevangenis [SGV (1914)]
III-3-1
|
17808 |
geven |
geven:
gêve (L267p Maasbree)
|
geven [SGV (1914)]
III-1-2
|
34303 |
gevlekt varken |
bont varken:
boŋk vɛrkǝ (L267p Maasbree)
|
Varken van het ras dat een gevlekte huid heeft. [N 76, 1d]
I-12
|