e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gracht gracht: grach (Maasbree) een ringkanaal rondom bijv. een vesting; een kanaal met langs de oevers huizen (gracht, wijert, rui, wal) [N 90 (1982)] III-3-1
graf graf: graaf (Maasbree, ... ), grāāf (Maasbree) Een graf [graf, graaf, jraaf?}. [N 96A (1989)] || graf [SGV (1914)] III-3-3
grafkruis grafkruis: graafkruuts (Maasbree, ... ) Een houten of stenen kruis op een graf [grafkruus, graaf-/jraafkruuts?]. [N 96A (1989)] III-3-3
grafzerk grafsteen: graafstein (Maasbree, ... ) Een grafsteen, grafzerk, grafmonument [graf-/graafsteen,-stieën,-sjtein, jraafsjtee, jraafdenkmaal?]. [N 96A (1989)] III-3-3
grap ui: Van Dale: ui, 5. grap, kwinkslag.  ui (Maasbree), wits: ⁄nne wiets (Maasbree) iets mals, iets zots, wat een persoon doet of zegt [grap, scherts, kortswijl, ui, kleutje, truut, spel, krak, zwans] [N 85 (1981)] || ui (grap) [SGV (1914)] III-3-1
grapjas grapjas: grapjas (Maasbree, ... ), lollige, een -: ⁄nne lollige (Maasbree) iemand die altijd grapjes maakt [schacht, grapjas] [N 85 (1981)] || vol grappen, vermakelijk, gezegd van een persoon [plezierig, plezant, grappig] [N 85 (1981)] III-1-4
grappig grappig: grappig (Maasbree) grappig [SGV (1914)] III-1-4
gras gras: grā.s (Maasbree) De algemene benaming voor het gewas, zo uitvoerig mogelijk gedocumenteerd, zodat in de volgende lemma''s naar deze opgaven en naar de klankkaart kan worden verwezen. Op de klankkaart van het type gras zijn de vormen met betoning niet apart aangegeven; men kan bij dit woord aannemen dat het in het gehele polytone gebied sleeptoon heeft. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in kaart gebracht.' [N 14, 88a; JG 1b, add.; Wi 54; S 11; L 1 a-m; L 1u, 75; L 20, 26a; L 35, 65; L. 39, 41; A 2, 54; A 4, 26a; A 4, 28; RND 111; monogr.] I-3
grasmus grasmusje: graasmùske (Maasbree) Hoe heet de grasmusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
graspieper grasmus: graasmös (Maasbree) graspieper III-4-1