18994 |
haastig |
haastig:
hoastig (L267p Maasbree)
|
haastig [SGV (1914)]
III-1-4
|
24319 |
hagedis |
ektis:
eektes (L267p Maasbree),
hagedis:
hagedis (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
(muur)hagedis [SGV (1914)] || hagedis [DC 07 (1939)], [Weijnen BN 06 (1939)]
III-4-2
|
25143 |
hagelbui |
bijs:
bies (L267p Maasbree),
schoer:
schoor (L267p Maasbree)
|
hagelbui [DC 16 (1948)]
III-4-4
|
25144 |
hagelen |
hagelen:
hagele (L267p Maasbree)
|
hagelen [SGV (1914)]
III-4-4
|
23495 |
hagelkruis |
hagelkruis:
hagelkruuts (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
Een in het veld geplaatst kruis ter bescherming van de oogst tegen hagelscha-de [hagelkruus, hagelkruuts?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
25145 |
hagelsteen, hagelkorrel |
hagelsteen:
hagelstēīn (L267p Maasbree)
|
hagelsteen [SGV (1914)]
III-4-4
|
25221 |
hagelx |
hagel:
hagel (L267p Maasbree)
|
hagel [SGV (1914)]
III-4-4
|
29735 |
hagen |
hagen:
hāgǝ (L267p Maasbree)
|
De vormelingen opstapelen op het hagebed. De stenen worden daartoe schuin en kruisgewijs op hun kant gezet, kop op kop. Op deze wijze kan de wind gemakkelijk tussen de openingen spelen en het droogproces versnellen (Schuddinck, pag. 102). De woordtypen vlaggen (P 48) en hallen (L 315, L 355) duiden waarschijnlijk het stapelen van stenen onder rietmatten of in een haaghut aan. Zie ook het lemma ɛrietmattenɛ.' [N 98, 101; N 98, 106; L 1a-m; L 26, 10; S 12; monogr.; N 98, 101 add.]
II-8
|
27379 |
hak |
hak:
hak (L267p Maasbree),
hakje:
hɛkskǝ (L267p Maasbree)
|
De verhoging, al of niet geheel of gedeeltelijk van leer, onder de hiel van de voet. [N 60, 233c; N 60, 126a; N 60, 169a; L 48, 28a; L 48, 28b; L 1a-m; L 1u, 82; L 5, 50; N 7, 37b; L 29, 42; monogr.]
II-10
|
18180 |
hak van een schoen |
hak:
hak (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree,
L267p Maasbree),
hakje:
hekske (L267p Maasbree),
hakverhoging:
hakverhuiging (L267p Maasbree)
|
De hak (welke soorten) [N 60 (1973)] || De verhoging van leer onder de hiel van de voet? (hak, pollevie?)Zie tek. 126a. [N 60 (1973)] || hak van de schoen [N 07 (1961)] || Pollevie? [N 60 (1973)]
III-1-3
|