24412 |
hazelworm |
hazelworm:
hazelworrem (L267p Maasbree)
|
hazelworm: Hoe noemt u de hazelworm, een pootloze hagedis die op de heide leeft en wel wat op een kleine slang lijkt? [N100 (1997)]
III-4-2
|
24320 |
hazenleger |
bocht:
bôcht (L267p Maasbree),
leger:
leger (L267p Maasbree),
WLD
leger (L267p Maasbree),
pot:
poët (L267p Maasbree)
|
Hoe noemt u de vaste ligplaats van een haas (leger, lechter, pot) [N 83 (1981)] || leger, ligplaats ve haas [DC 54 (1979)] || Leger, vaste ligplaats van een haas [N 94 (1983)]
III-4-2
|
21897 |
hebzuchtig |
kratserig:
kratserig (L267p Maasbree)
|
een sterke begeerte naar geld hebben [hebbig, gewarig, greeg (zijn)] [rijven] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24988 |
heen en weer (bewegen) |
heer en terug:
hae löp he‧r en truuk (L267p Maasbree),
scholpen:
scholpe (L267p Maasbree)
|
heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] || sterk heen en weer bewegen, gezegd van bijv. water in een glas [zwalpen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17865 |
heen en weer schuiven |
wemelen:
wiemele (L267p Maasbree),
wiebelen:
wiebele (L267p Maasbree)
|
Heen en weer schuiven (winaauwen, wiemelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21285 |
heer |
prins:
pri:ns (L267p Maasbree)
|
heer [RND]
III-3-1
|
21151 |
heerbaan |
dijk:
diëk (L267p Maasbree),
rijksweg:
rijksweeg (L267p Maasbree)
|
een grote, brede weg (dijk, heerbaan, heerstraat) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24607 |
heermoes |
paardenstaart:
-
pärdestart (L267p Maasbree),
paardestaart:
pɛrdǝstart (L267p Maasbree)
|
Equisetum arvense L. [DC 17 (1949)] || Equisetum arvense L. Zeer algemeen voorkomend onkruid uit de paardestaart-familie (Equisetum L.) op bouwland, grasland, tuinen en bermen met een rechtopstaande holle stengel, die geleed is en gemakkelijk uiteen te trekken. Op de grens van de afzonderlijke leden bevindt zich een krans van schubben, die de bladeren vertegenwoordigen. Deze sporenplant bloeit van april tot mei en varieert in hoogte van 10 tot 80 cm. In het algemeen bekender onder de familienaam paardestaart. L 214a: "De volksmond zegt dat onderaan de wortel van de katǝstart een gouden knøpkǝ zit." L 250: "Gedroogde blaadjes worden als medicinale thee gebruikt bij pijnlijke urinelozing." De samenstellingen met -staarts zijn verschoven vormen van staart; vergelijk het lemma Ploegstraat in aflevering I.1, blz. 62. [A 17, 5; A 49B, 4; monogr.]
I-5, III-4-3
|
18015 |
hees, schor |
hees:
hĕĕs (L267p Maasbree)
|
hees [SGV (1914)]
III-1-2
|
24168 |
heggenmus |
blauwmusje:
blauwmöske (L267p Maasbree)
|
heggemus
III-4-1
|