23323 |
joden |
joden:
joede (L267p Maasbree)
|
joden [SGV (1914)]
III-3-3
|
21280 |
joelen |
herrin:
herrië (L267p Maasbree),
kaken:
kaake (L267p Maasbree)
|
zich luidruchtig gedragen met veel gebaren en bewegingen; joelen [kwaken, jouwen, joelen, herriën, stachelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
22379 |
jojo |
jojo:
jojo (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
Het speeltuig bestaande uit een schijf die langs een koord dat eromheen gewonden is, afloopt en door de traagheid zichzelf weer opwindt [jojo]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21914 |
jong dat pas kan vliegen |
pieper:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is heel slecht ingevuld!
piëper (L267p Maasbree)
|
een jong dat pas kan vliegen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21913 |
jong dat pluimen begint te krijgen (zn.) |
kwak:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is heel slecht ingevuld!
kwak (L267p Maasbree)
|
een jong met schietende pluimen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24175 |
jong en kaal vogeltje |
kaalkwagge:
kaal kwagge (L267p Maasbree),
kaalkwak:
kaalkwak (L267p Maasbree)
|
een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24176 |
jong en kaal vogeltje adj. |
kwak:
kwak (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree,
L267p Maasbree)
|
een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || nog niet in staat om te vliegen, gezegd van jonge vogels (kak, kwak) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
34399 |
jong mannelijk schaap tot ongeveer een half jaar |
schapenbok:
sxǭpǝbuk (L267p Maasbree)
|
[N 77, 4]
I-12
|
24338 |
jong van een dier |
jong:
jonk (L267p Maasbree),
joŋk (L267p Maasbree),
WLD
jonk (L267p Maasbree),
jongen (mv.):
jônge (L267p Maasbree)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (ve dier) [SGV (1914)]
I-11, III-4-2
|
34314 |
jong varken |
bag:
bak (L267p Maasbree),
baggen (mv.):
baqǝ (L267p Maasbree),
kiertje:
kirkǝ (L267p Maasbree)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|