30918 |
krans |
kransstuk:
kransstø̜k (L267p Maasbree)
|
De krans is een aaneengesloten stuk leer rond de voet. Hij heeft dus slechts één naad. Het woord krans wordt ook gebezigd om een soort schoen aan te duiden: men heeft de kransbottines en de kransmolières tegenover de derbybottines en de derbymolières (Liedmeier, pag. 15). Er was echter een verschil tussen de krans van een kransbottine en die van een kransmolière. De kransbottine heeft een ononderbroken stuk leer om hiel en tenen, steeds grenzend aan zool en hak; de kransmolière om hiel en wreef, steeds grenzend aan de inschot. Als een kransbottine een losse aangenaaide neus heeft, blijft men nog van een kransbottine spreken. De naad van een krans van de bottine valt in het hol aan de binnenkant van de voet, waar hij het minste opvalt. De krans van een kransmolière heeft geen naad. Zie afb. 19. [N 60, 22]
II-10
|
18489 |
krans [wld ii.10, p. 24] |
kransstuk:
kransstök (L267p Maasbree)
|
Het aaneengesloten stuk leer rond de voet (krans?) Vgl. tek. 206f (kransbottine), tek. 210 (kransmoliäre). Zie tek. 22. [N 60 (1973)]
III-1-3
|
18476 |
kransbottine |
kransbottine:
kransboutine (L267p Maasbree)
|
Een bottine met een aaneengesloten stuk leer rond de voet. Zie tek. 206f,g. (kransbottine, kranslaarsje?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
24045 |
kransen |
kransen:
krense (L267p Maasbree)
|
Een krans van dennegroen maken voor een priesterfeest [krensen]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
gezet (L267p Maasbree),
gezèt (L267p Maasbree),
krant:
krant (L267p Maasbree)
|
een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] || krant [SGV (1914)]
III-3-1
|
25034 |
krassen |
kratsen:
kratse (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
het geluid geven van een scherp voorwerp dat over een hard oppervlak schraapt [skratsen, krassen, kratsen] [N 91 (1982)] || krassen [SGV (1914)]
III-4-4
|
21031 |
kreeft |
kreeft:
kriejeft (L267p Maasbree)
|
kreeft [SGV (1914)]
III-2-3
|
24339 |
krekel |
krekel:
krekel (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
krekel [DC 07 (1939)], [SGV (1914)]
III-4-2
|
18107 |
krentenbaard |
baardziekte:
baardzikt (L267p Maasbree),
krentenbaard:
krintebaard (L267p Maasbree),
krintenbaart (L267p Maasbree)
|
Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20707 |
krentenbrood |
krentenweg:
krintenwek (L267p Maasbree)
|
wittebrood met alleen krenten [DC 053A (1978)]
III-2-3
|