e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lange dunne tak lange vits: Venlo e.o.  lang wits (Maasbree), sliet: WLD  sleet (Maasbree) Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)] III-4-3
lange neus flinke gevel: nne flinke gevel (Maasbree) neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)] III-1-1
lange steek peksteek: pę̄ksteǝk (Maasbree) De steek die men toepast bij gesloten kant, met pekgaren gemaakt. Zie afb. 50. [N 60, 111d] II-10
lange tijd hele wijle: ⁄n hiel wiel (Maasbree) een lange tijdsruimte [toer] [N 91 (1982)] III-4-4
langpootmug glassnijder: WLD  glaassniër (Maasbree), hooiwagen: huíjwage (Maasbree), langpootmug: langpoetmùk (Maasbree) Hoe noemt u de grote mug met bijzonder lange, breekbare poten (langpootmug, horlogemaker, glazemaker, snijder) [N 83 (1981)] || langpootmug [DC 18 (1950)] III-4-2
langzaam, traag langzaam: langzaam (Maasbree), lui: lui (Maasbree) langzaam (lui, traag, stil, telijig) [DC 39 (1965)] III-4-4
lantaarn lantaarn: lantêr (Maasbree) lantaarn [SGV (1914)] III-2-1
lap lap: lap (Maasbree, ... ), lapje: lɛpkǝ (Maasbree) Lapje leer dat men ter reparatie op een scheur op het schoeisel zet. [N 60, 233g] || sterke doek of stof [lap, vel, lel, del] [N 86 (1981)] II-10, III-1-3
lap op een schoen lapje: lepke (Maasbree) Een lapje leer op de scheur op het schoeisel (huif?) [N 60 (1973)] III-1-3
last, moeilijkheid last: toet las zien (Maasbree) het moeilijk zijn [slameur, last] [N 85 (1981)] III-1-4