e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loteling loteling: loteling (Maasbree), loter: loter (Maasbree) iemand die voor militaire dienst geloot heeft [loteling, lotter] [N 90 (1982)] III-3-1
loten loten: lote (Maasbree) Het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
loteren, los zitten uitlodderen: oëtgeloederd (Maasbree) los zitten, gezegd van onderdelen [loteren] [N 91 (1982)] III-4-4
luchtballon luchtballon: lôchballon (Maasbree) een ballon die kan opstijgen met een mand eronder om personen te vervoeren [ballon, luchtbal, luchtbol, luchtschip] [N 90 (1982)] III-3-1
luchtbel in water brobbel: broebels (Maasbree) de opborrelende lucht- of gasbel in een vloeistof [wal, wel, brobbel, bobbel] [N 91 (1982)] III-4-4
luchtx lucht: locht (Maasbree) lucht [SGV (1914)] III-4-4
lucifer zwegelstek: zwegelstek (Maasbree), zwegeltje: zwegelke (Maasbree) Hoe noemt men het houtje, waarmee men vuur kan maken en dat in het Nederl. lucifer wordt genoemd? [DC 30 (1958)] III-2-1
lui lui: lui (Maasbree, ... ), niet scheutig: neet scheutig zien (Maasbree) lui (traag) [SGV (1914)] || niet verlangend om te werken of een handeling te verrichten [lui, niet scheutig] [N 85 (1981)] III-1-4
lui (lieden) lui: lui (Maasbree), mensen: minsə (Maasbree, ... ) lui (lieden) [SGV (1914)] || mensen [RND] || volk [RND] III-3-1
luias luias: lø̜jas (Maasbree) De as waarop de luireep of luiketting gewonden wordt. Zie ook afb. 65. De as is in functie vergelijkbaar met de rol van het luiwerk in watermolens. Zie ook het lemma ɛrolɛ.' [N O, 25g; A 42A, 45] II-3