e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met sneeuwballen gooien sneeuwballen gooien: snieebel gojje (Maasbree), sniejbel gooje (Maasbree) Met sneeuwballen naar elkaar gooien [ruiken]. [N 88 (1982)] III-3-2
metalen koker lampeglaasje: lampǝglę̄skǝ (Maasbree) Een ijzeren koker ter vervanging van lampeglas, dat men vaak kapot stoot. [N 60, 140b] II-10
metselaar metselaar: mętsǝlēr (Maasbree), mętsǝlęr (Maasbree) Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld] II-9
metselkoord metseldraad: mɛtsǝldrǭt (Maasbree) Het koord dat men spant om daarlangs te metselen. Aan beide uiteinden kunnen twee priemen bevestigd zijn waarmee het koord in de voegen van het metselwerk wordt vastgezet. Zie ook het lemma 'priemen'. Het woordtype snoergerust (Q 121) was een benaming voor het metselkoord met toebehoren. Zie ook afb. 4. [N 30, 14a; monogr.] II-9
metselzand bergzand: bɛrǝx˲zaŋk (Maasbree), maaszand: mās˲zaŋk (Maasbree), rivierzand: rivīrzaŋk (Maasbree) Het zand dat bij de bereiding van mortel aan het bindmiddel, bijvoorbeeld kalk of cement, wordt toegevoegd. Doorgaans wordt gebruik gemaakt van rivierzand omdat dit scherp, schoon en ongelijk van korrelgrootte is. In Q 4 werd het zand doorgaans genoemd naar de plaats van herkomst. Ook de woordtypen 'brunssummmer zand' (Q 203), 'helchterse zand' (P 51), 'helchterse' (K 359) en 'lommelzand' (K 353, K 359, P 56) verwijzen naar plaatsen waar zand wordt of werd afgegraven. Zie voor het woordtype 'chape-zand' (L 364) het lemma 'Vloermortel'. [N 30, 36a; N 30, 36b; N 27, 47; L 42, 57; monogr.] II-9
metworst droogworst: druugwors (Maasbree), pijpworst: piepwors (Maasbree) metworst; Hoe noemt U: Worst met gehakt (varkens)vlees (metworst, snijworst, saucisse) [N 80 (1980)] III-2-3
mevrouw mevrouw: mevrouw (Maasbree) hoe spreekt u een getrouwde vrouw aan? [mevrouw, madam] [N 87 (1981)] III-3-1
miauwen mauwen: mauwe (Maasbree) Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een kat (mauwen, kajauwen, jauwen, lollen, miauwen, janken, rallen) [N 83 (1981)] III-2-1
middag (s middags) middag: vàn vurr\\ m\\ndáách ááf  məndáách (Maasbree) middag [RND] III-4-4
middagdutje doen dutten: dutten (Maasbree) middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)] III-1-2