30777 |
mousselineglas |
mousselineglas:
musǝlinǝglās (L267p Maasbree)
|
Glas dat met een op de stof mousseline lijkend patroon is bedekt. Om dit effect te bereiken, wordt het glas met witte brandverf (emaille) bestreken. De gedroogde verf wordt daarna met dunne metalen mallen, waarin het patroon is uitgesneden, plaatselijk weggeborsteld, waarna de ruit in een oven wordt gebrand. Ook met behulp van de zandstraaltechniek kan mousselineglas gemaakt worden. Er wordt dan door middel van mallen een meelpapje op de ruit aangebracht, waarna met een zandstraal het onbedekte glas onder hoge druk mat wordt geblazen. [N 67, 89f]
II-9
|
25664 |
mout |
mout:
mout (L267p Maasbree)
|
Het op de eest of eestvloer gedroogde en eventueel geroosterde graan. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''eesten''. [N 35, 20; L 1a-m; L 1u, 166; S 5; Jan 14d; monogr.]
II-2
|
18264 |
mouw |
mouw:
moe (L267p Maasbree)
|
mouw [SGV (1914)]
III-1-3
|
24356 |
mug |
mug:
mök (L267p Maasbree),
mùk (L267p Maasbree)
|
steekmug [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
20598 |
muik |
muik:
moek (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree),
mōēk (L267p Maasbree),
móék (L267p Maasbree)
|
Kent u een woord voor een geheime bergplaats voor onrijp fruit? Vroeger legden de kinderen vruchten, vooral appels, die ze onrijp geplukt hadden, op een verborgen plekje in het hooi of stro om zacht te worden. Voorbeelden met woorden voor deze bergplaats [DC 31 (1959)] || mui; Hoe noemt U: (Geheime) bergplaats voor onrijp fruit (mui, ponk, bier, moele, loering, gielgoerde) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
17872 |
muilpeer |
klats op de muil:
klats oppe moël (L267p Maasbree),
muilpeer:
mōēÒlpêr (L267p Maasbree),
peer:
péér (L267p Maasbree)
|
muilpeer, slag op de kaak [SGV (1914)] || Slag op de kaak; muilpeer (flets, fleer, plakkaat, kek, kokarde, klamats). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18308 |
muiltje |
aansteker:
aanstaekers (L267p Maasbree),
slof:
sloffen (L267p Maasbree)
|
Muiltje. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men die zonder achterkant? [DC 44 (1969)] || Schoeisel met laag bovenwerk (meestal zonder of met weinig hak) dat men gemakkelijk aan- en uitschiet, om in huis te dragen (pantoffel?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
24357 |
muis |
muis:
mōēs (L267p Maasbree)
|
muis [SGV (1914)]
III-4-2
|
24437 |
muis (mv.) |
muis (mv.):
mūūs (L267p Maasbree)
|
muizen (mv.) [SGV (1914)]
III-4-2
|
20122 |
muizen |
muizen:
moeze (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
Hoe noemt u jacht maken op muizen, gezegd van de kat (muizen) [N 83 (1981)] || muizen (ww) [SGV (1914)]
III-2-1
|