e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nageboorte van de koe bocht: bǫxt (Maasbree), lechter: lēxtǝr (Maasbree) [N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.] I-11
nageboorte van het paard lichter: lēxtǝr (Maasbree) Moederkoek die na de geboorte van het veulen afkomt. [A 33, 19a; N 8, 54 en 55] I-9
nagelbloem (clethra alnifolia) nagelbloem: nagelbloom (Maasbree, ... ) giroffel (nagelbloem) [SGV (1914)] || nagelbloem (anjelier) [SGV (1914)] III-2-1
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: gromǝt (Maasbree), nagras: nǫgrās (Maasbree), nahooi: nǫhø̜i̯ (Maasbree) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
natmaken weken: węjkǝ (Maasbree) Het natmaken van de zool om hem te kunnen likken. Zie ook het lemma likken. [N 60, 121a] II-10
naturel met een blanke nerf: męt ǝn blaŋkǝ nɛrf (Maasbree) Zijn natuurlijke kleur hebbend, gezegd van leer. [N 60, 13] II-10
natuursteen natuursteen: nǝtø̄rstęjn (Maasbree) In de natuur aangetroffen steen die al dan niet met gereedschappen bewerkt is. In het eerste geval spreekt men van breuksteen, in het tweede van gehouwen steen. Tot de natuursteen worden onder meer kalksteen of hardsteen, graniet, zandsteen en tufsteen gerekend. De natuursteen staat in tegenstelling tot de kunststeen, die uit verschillende grondstoffen vervaardigd wordt. Zie ook de lemmata 'Hardsteen' en 'Zandsteen'. [N 30, 55c; N 30, 55g; N 30, 56; N 31, 31a; monogr.] II-9
nauw, eng eng: ing (Maasbree, ... ) klein van in- of doorgang, niet wijd, met weinig ruimte [bekremmeld, eng, strang, nauw] [N 91 (1982)] || nauw [SGV (1914)] III-4-4
nauwgezet; nauwgezet persoon fijn: fīēn (Maasbree), juste: jŭŭst (Maasbree), precies: pərsīēs (Maasbree), pronte, een -: ⁄nne prônk (Maasbree) Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND] || met zorg en aandacht te werk gaand, niet slordig of oppervlakkig [consciëntieus, secuur, precies, weiger] [N 85 (1981)] III-1-4
navel buiknavel: bōēknavel (Maasbree), navel: navel (Maasbree) Navel: het litteken van de navelstreng midden op de buik (nakker, nagel, navel). [N 84 (1981)] III-1-1