23974 |
onkuisaard |
vieze, een ~:
ne fieze (L267p Maasbree),
viezerik:
ne fiezerik (L267p Maasbree)
|
Onkuisaard, viezerik op sexueel gebied [smeerlap, vieze beest, vieze fannie]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19267 |
onnozel persoon |
nietnek:
neetnek (L267p Maasbree),
stommerik:
stómmerik (L267p Maasbree),
sul:
sul (L267p Maasbree),
uilskuiken:
uulskuuke (L267p Maasbree),
ūūlskūūke (L267p Maasbree),
ŭŭlskuke (L267p Maasbree)
|
een ezelachtig persoon, een zeer dom iemand [nienop, carnichon, loep, zebedeus, uil, uilskuiken, aap, sufferd] [N 85 (1981)] || een onozel persoon [stumper, bleuter] [N 85 (1981)] || iemand die ontzettend dom is [nienop] [N 85 (1981)] || uilskuiken [SGV (1914)] || zeer dom, zich gedragend als een ezel [suf, sloom, dwaas, ezelachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22316 |
onnozele-kinderendag |
onnozele-kinderen:
ommeuzele kinger (L267p Maasbree),
onneuzel kinger (L267p Maasbree),
onneuzele kinger (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
28 december, herinneringsdag van de kindermoord in Bethlehem, Onnozele Kinderen [Onnüezele Kinger, Allerkinderdag, der Kinderdag]. [N 96C (1989)] || De dag waarop de kinderen zich als vader en moeder verkleden (28 december) [oudvaaierkensdag, vaderkensdag, alderkinderen, onnozele kinderen]. [N 88 (1982)] || Onnozole kinderen [allerkindere]. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
22849 |
onpaar |
ont:
ont (L267p Maasbree)
|
onpaar [SGV (1914)]
III-3-2
|
20922 |
onrijp |
groen:
Venlo e.o.
greun (L267p Maasbree),
WLD
greun (L267p Maasbree)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33535 |
onrijp, onvolgroeid |
groen:
gröön (L267p Maasbree),
Venlo e.o.
greun (L267p Maasbree),
WLD
greun (L267p Maasbree)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] || onrijp [SGV (1914)]
I-7
|
18973 |
onschuldig |
onnozel:
oneuzel (L267p Maasbree),
ônneuzel (L267p Maasbree)
|
zonder besef van goed en kwaad [onschuldig, onnozel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18861 |
onstuimig |
giftig:
giftig (L267p Maasbree),
wild:
wild (L267p Maasbree)
|
moeilijk in toom te houden, driftig [wreed, onstuimig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20581 |
ontbijt |
s morgens-eten:
smergesaete (L267p Maasbree)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)]
III-2-3
|
23941 |
onthoudingsdag |
onthoudingsdag:
onthoudingsdaag (L267p Maasbree),
vasteldag:
vesseldaag (L267p Maasbree)
|
Een onthoudingsdag: dag waarop men geen vlees, spek en jus uit vlees mag gebruiken. [N 96D (1989)]
III-3-3
|