24626 |
rank |
rank:
rank (L267p Maasbree),
WLD m.v. rèng
rank (L267p Maasbree),
reng (mv.):
reng (L267p Maasbree),
wring:
Venlo e.o.
vring (L267p Maasbree)
|
rank [SGV (1914)] || ranken (v.e. wingerd) [SGV (1914)] || Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33580 |
ranken van de wingerd |
ranken:
reng (L267p Maasbree)
|
[SGV (1914)]
I-7
|
20515 |
ranzig |
garst:
gârs (L267p Maasbree),
gèèrs (L267p Maasbree)
|
ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24765 |
rapunzelklokje |
vingerhoedje:
eigen spellingsysteem
vingerhudje (L267p Maasbree)
|
Rapunzelklokje (campanula rapunculus 30 tot 90 cm groot. Dikke, kruipende wortelstok; de stengel is stompkantig en kortbehaard; de onderste bladeren zijn ei- tot hartvormig en zijn langgesteeld, de bovenste zijn langwerpig ongesteeld en kortbehaard; de [N 92 (1982)]
III-4-3
|
19558 |
rasp |
raspel:
raspǝl (L267p Maasbree)
|
Schuurrasp, onderdeel van de gecombineerde machine. [N 60, 243d]
II-10
|
31049 |
rasp, vijl |
raspel:
raspǝl (L267p Maasbree)
|
Gereedschap dat men gebruikt voor het raspen of vijlen. Ten aanzien van rasp of vijl merkt Dierick (pag. 85) op: De rasp dient om de talons en den boord der zolen effen te raspen wanneer ze met het mes geschrood en op den noodigen vorm gebracht zijn. De rasp mag niet te grof zijn om de sporen van het raspen niet te diep in talon en lijksel te printen. De vijl heeft men noodig voor genageld werk om de nagels van zolen en talons effen te vijlen en de luistervijl voor het vereffenen der zolen na het afschrepen van den nerf." Zie afb. 53 en 54. [N 60, 118b; monogr.]
II-10
|
19839 |
raspen |
raspen:
râspe (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree),
rijven:
rīēve (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)]
III-2-1, III-2-3
|
31048 |
raspen, vijlen |
wegraspelen:
węxraspǝlǝ (L267p Maasbree)
|
Het met een rasp of vijl of schrapglas wegslijpen van de oneffenheden aan zool en zoolrand. [N 60, 118a]
II-10
|
24367 |
rat |
rat:
rat (L267p Maasbree)
|
rat [SGV (1914)]
III-4-2
|
23798 |
ratel van witte donderdag |
ratel:
ratel (L267p Maasbree)
|
De ratel die van Witte Donderdag tot aan de zaterdag vóór Pasen in plaats van de altaarschel tijdens de mis wordt gebruikt. [N 96C (1989)]
III-3-3
|