24372 |
salamander |
salamander:
salamander (L267p Maasbree)
|
salamander [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
21105 |
salie |
salie:
salie (L267p Maasbree)
|
Hoe noemt men bij u de afgebeelde plant? Het is een heesterachtige plant van ca. 60 cm hoog met tamelijk lange, wat kreukelige bladeren met gekartelde randen. Zij staan tegenover elkaar en zijn grijsgroen van kleur. De bloempjes zijn blauw-wit (soms ook r [DC 49 (1974)]
III-2-3
|
24746 |
salomonszegel |
meibloempje:
eigen spellingsysteem
meiblumpke (L267p Maasbree)
|
Salomonszegel (polygonatum officinalis). Een 20 tot 50 cm grote plant met een dikke, witte wortelstok; de bladeren zijn verspreid, langwerpig ovaal; de bloemen groeien in trosjes van 1 of 2 bij elkaar, zelden meer, gesteeld, smal klokvormig, wit met groen [N 92 (1982)]
III-4-3
|
21571 |
salueren |
groeten:
groete (L267p Maasbree)
|
groeten van soldaten (salueren) [N 102 (1998)]
III-3-1
|
24682 |
sap in planten |
sap:
Venlo e.o.
sap (L267p Maasbree),
WLD
sap (L267p Maasbree)
|
Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33584 |
sap van een vrucht |
nat:
Venlo e.o.
naat (L267p Maasbree),
WLD
naat (L267p Maasbree),
sap:
Venlo e.o.
sap (L267p Maasbree),
WLD
sap (L267p Maasbree)
|
Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
I-7
|
20928 |
sappig |
vers:
vors (L267p Maasbree)
|
sappig [DC 26 (1954)]
III-2-3
|
30650 |
satijnkwastje |
mahoniekwast:
mahōnikwas (L267p Maasbree)
|
Kleine soort glaceerkwast die bij het nabootsen van mahoniehout wordt gebruikt voor het invegen van de bloem. [N 67, 40]
II-9
|
21028 |
saus |
saus:
sòwz (L267p Maasbree)
|
saus [RND]
III-2-3
|
30708 |
sauzen |
sauzen:
sǫwzǝ (L267p Maasbree)
|
Verven met lijmverf. [N 67, 66d]
II-9
|