e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoenpoetsdoosje poetsdoosje: putsdȳskǝ (Maasbree) Een doosje voor schoenpoets. [N 60, 194e] II-10
schoenpoetser poetser: putsǝr (Maasbree) Degene die de schoenen moet poetsen. [N 60, 218c] II-10
schoensmeer uitpoetsinkt: óétpoetsink (Maasbree) Het latere schoensmeer, waarmee wordt gezwart? [N 60 (1973)] III-1-3
schoensmeer? uitpoetsinkt: Nu.  uitpoetsinkt (Maasbree), zwartsel: Van roet + water + was (bijenwas).  zwartsel (Maasbree) Hoe noemt u het vocht waarmee bepaalde delen van de schoen werden zwart gemaakt? (zwartnat, zwartsel?) Hoe wordt dit gemaakt? [N 60 (1973)] III-1-3
schoenveter schoenriem: laere schoonréém (Maasbree), schoonréém (Maasbree) Een niet leren koordje? [N 60 (1973)] || Het leren koordje waarmee men de schoenen dichtrijgt? [N 60 (1973)] III-1-3
schoepen rondstruinen: ronkstruime (Maasbree) Met een groep jongens door het veld, de bossen trekken met kwaad in de zin [schupen]. [N 88 (1982)] III-3-2
schoffel schoffel: sxufǝl (Maasbree), šufǝl (Maasbree) Gereedschap om onkruid af te snijden en om de grond los te maken. Het bestaat uit een soort mes dat met behulp van een lange steel door de grond geschoven wordt. [N 18, 18a en 48; JG 1a, 1b; A 47, 11a; monogr.; add. uit N 15, 6; N 18, 4 en 50; GV, K7] I-5
schoffelen, wieden met de schoffel schoffelen: sxufǝlǝ(n) (Maasbree), šufǝlǝ(n) (Maasbree) Met een schoffel de bovengrond tussen de plant(rijen) van een gewas zodanig bewerken dat de korstige bovenlaag verkruimeld en het onkruid afgestoken wordt. Het woord schoffelen kan niet alleen in absolute zin gebruikt worden, maar laat zich ook verbinden met een object. Dat kan de te bewerken grond zijn (akker, tuin, enz.) maar ook het te verzorgen gewas dat op die grond staat (bijv. de bieten), en ook het onkruid. [N 15, 6; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit A 47, 11a] I-5
schokschouderen de schouders opheffen: de schouwers ophöffe (Maasbree) schokschouderen [SGV (1914)] III-1-2
schommel bommel: boommel (Maasbree), bömmel (Maasbree, ... ), (door één van de twee correspondenten)  bommel (Maasbree), schommel: schomel (Maasbree), schommel (Maasbree), schoomel (Maasbree, ... ) Het speeltuig bestaande uit een tussen twee neerhangende touwen bevestigde plank, waarop men door zich af te zetten heen en weer zweeft [schommel, touter, stuur, rui, boeis]. [N 88 (1982)] || Hoe noemt men het hier afgebeelde kinderspeelgoed, bestaande uit een touw dat, aan een balk of een boom tak gebonden, in een bocht naar beneden hangt, waarin kinderen graag heen en weer zweven? [DC 19 (1951)] || schommel [SGV (1914)] || Schommel. || Soms is in de bocht van het touw een plankje of een bak bevestigd, waarop of waarin het kind zit. Noemt men deze vorm van het speelgoed misschien met een andere naam als de onder a getekende? [DC 19 (1951)] III-3-2