e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tabakssap zever: zeiver (Maasbree, ... ) Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)] III-2-3
tabernakel tabernakel (<lat.): tabbernakel (Maasbree), tabernakel (Maasbree) Het tabernakel, het rijkversierd kastje (op het hoofdaltaar of op het sacra-mentsaltaar), waarin het Allerheiligste bewaard wordt. [N 96A (1989)] III-3-3
tack tack: (mv)  tę̄ks (Maasbree), tɛks (Maasbree), tɛksǝ (Maasbree) Het kleine, puntige, kantige taaie spijkertje met betrekkelijk grote kop, dat onder andere gebruikt wordt om het bovenleer voorlopig op de zool vast te maken, totdat die met pekdraad geregen is. Tacks zijn er in diverse maten. Volgens de informant van K 353 zijn semences heel kleine, scherpe, vierkantige spijkertjes met of zonder kop. Tack is een Engelse benaming. Het meervoud tacks wordt door de schoenmaker wel eens als een enkelvoud ge√Ønterpreteerd. Vandaar dat er meervoudsvormen voorkomen als taksǝ en tksǝ. De tacks van verschillende lengten en ook wel andere spijkertjes zoals steekstiften, rivets en haknagels, worden in een speciale, draaibare tacksenbak bewaard. Deze komt men bij veel schoenmakers tegen. Zie afb. 15. [N 60, 202b; N 60, 202c; N 60, 101; N 60, 201a; N 60, 235; N 60, 235a] II-10
tafel tafel: tōͅfəl (Maasbree) tafel [SGV (1914)] III-2-1
tafelbroeder; niet te gebruiken tafelbroer: taofelbroor (Maasbree) tafelbroeder [DC 05 (1937)] III-2-2
tafelpoot tafelpoot: tōͅfəlpūət (Maasbree) tafelpoot [DC 49 (1974)] III-2-1
tafelzuster; niet te gebruiken tafelzuster: taofelzuster (Maasbree) tafelzuster [DC 05 (1937)] III-2-2
tak (alg.) tak: tak (Maasbree, ... ), Venlo e.o. tek = mv  tak (Maasbree) dikke tak [DC 25 (1954)] || Een twee- of meerjarige twijg (tak, spil, tekker). [N 82 (1981)] || tak [SGV (1914)] III-4-3
tak van een geslacht familie: femilie (Maasbree), femĭĕlie (Maasbree) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
takken (coll.) kroon: WLD  krōēn (Maasbree), tak (mv.): tek (Maasbree) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] || takken (mv.) [SGV (1914)] III-4-3