e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verwend kindje verwende aap: verwènde aap (Maasbree) een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)] III-2-2
verwensen verwensen: verwinse (Maasbree) iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)] III-3-1
verzoek verzoek: verzeuk (Maasbree), vraag: vraog (Maasbree) het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)] III-3-1
verzolen verzolen: vǝrzoǝlǝ (Maasbree) Het van nieuwe zolen voorzien van de schoenen. [N 60, 232b] II-10
verzopen mortel fledder: flɛdǝr (Maasbree), verzopen spijs: vǝrzōpǝ [spijs] (Maasbree) Mortel waar teveel water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.] II-9
vespers vesper (lat.): də vɛspər (Maasbree), vesper (Maasbree) De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)] || de vespers [RND] III-3-3
vest vest: veste (Maasbree), wal: wal (Maasbree), wambuisje: wêmeske (Maasbree) de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || vest (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3, III-3-1
veter schoenriem: sxōnreǝm (Maasbree) Koord of smal gevlochten band door de ogen van de schoenen geregen, om de kleppen naar elkaar toe te halen en te bevestigen. Het kan van leer of van een andere stof gemaakt zijn. Volgens de informant van P 219 is de staartel breder dan de nestel. [N 60, 27a; N 60, 27b; L 5, 14; Wi] II-10
vetgat pekgat: pę̄kgāt (Maasbree) Het ondiepe gat in de poot van een werktafel dat gevuld is met vet dat dient om de els glad te maken. [N 60, 193c] II-10
veulen veulen: vø̜̄lǝ (Maasbree) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9