e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlaamse gaai bermarkolf: barmarkorf (Maasbree), bermarkhoof (Maasbree), bermarkoof (Maasbree), bermarkorf (Maasbree) Hoe heet de Vlaamsche gaai? [DC 06 (1938)] || meerkol [SGV (1914)] || vlaamse gaai III-4-1
vlag vaan: vaan (Maasbree), vlag: vlag (Maasbree) vlag [SGV (1914)] || vlag: Loopt Klaas voorop met de -? [DC 39 (1965)] III-3-1
vlak, gelijk vlak: vlāāk als bijv. nw. (Maasbree) vlak [SGV (1914)] III-4-4
vlaktex egaal stuk: egaal (Maasbree) vlakte, vlakke of effen strook land [blakte] [N 81 (1980)] III-4-4
vlambloem (phlox drummondii hook.) floks: -  phlox (Maasbree, ... ), kerkenbloem: eigen spellingsysteem  kerkebloom (Maasbree) vlambloem [DC 60a (1985)], [DC 60a (1985)] || Vlambloem (phlox drummondi). De bladeren zijn langwerpig, de hogere met hun voet de stengel half omvattend. De plant is met klierharen bezet, meestal minder dan een halve meter hoog. De kelk en de slippen zijn omgekruld (kerkbloem, kermisbloem, vuurbloem, [N 92 (1982)] III-2-1
vlechten vlechten: vlechte (Maasbree) lokken haar op regelmatige wijze kruizelings door elkaar strengelen [vlechten, breien] [N 86 (1981)] III-1-1
vleermuis vleermuis: vleermoes (Maasbree) vleermuis [DC 40 (1965)] III-4-2
vlees derven geen vlees eten: gèn vleis aete (Maasbree), vrijdag: vriedig (Maasbree) Zich onthouden van vlees e.d., zich vlees e.d. ontzeggen. [N 96D (1989)] III-3-3
vleeskant vleeskant: vlęjskaŋk (Maasbree) De kant van de huid waar de haren van het dier niet gezeten hebben, de vleeskant. [N 60, 3b; N 60, 3c; N 36, 2b] II-10
vleesschaap texelaar: (mv)  tɛksǝlē̜rs (Maasbree) Schaap van een ras dat vooral goed is voor het vlees. [N 77, 1h; monogr.] I-12