e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vliegtuig vliegmachine: vleegmöschiën (Maasbree) het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)] III-3-1
vliegveld vliegveld: vleegveld (Maasbree) het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)] III-3-1
vlier vlierenboom: -  vlére-boum (Maasbree) vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] III-4-3
vlierbes vlierenkral: -  vlére-kralle (Maasbree) vrucht van de vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] III-4-3
vlies in een vrucht appelenkroos: Venlo e.o. samen (het geheel van vliezen en pittenhuis)  appelekroës (Maasbree), vlim: WLD  vlum (Maasbree) Het vliesje tussen vruchtvlees en pit bij een appel (blees, vlim). [N 82 (1981)] I-7
vlijtig liesje springliesje: niet algemeen. Opgegeven voor de reuzenbalsemien.  springlieske (Maasbree), vlijtig liesje: -  vlijtig lieske (Maasbree, ... ) Sultansbalsemien (Impatiens walleriana Hook.). De bovenste bladeren meest tegenoverstaand. De stengel is niet zeer fors en hoogstens 1 m hoog. De bloemen zijn rood of wit, tamelijk vlak, met zeer lange en dunne, gebogen spoor (vlijtig liesje, nooitrust). [DC 60a (1985)], [DC 68 (1993)] III-2-1
vlinder rupsschijter: oud.  roepschīēter (Maasbree), vlinder: vlendər (Maasbree), vlinder (Maasbree, ... ) vlinder [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] || vlinder, algemeen [DC 18 (1950)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlo (enk.) vlo: vloei (Maasbree), vloə (Maasbree) vlo (pulex irritans), enk. [DC 54 (1979)] || vloo [SGV (1914)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vluui: vluuj (Maasbree), vluuien: vluje (Maasbree) vlo (pulex irritans), mv. [DC 54 (1979)] || vlooien [SGV (1914)] III-4-2
vloed, hoogtij hoogwater: hoëgwater (Maasbree) vloed, wassen van het water van de zee en de toestand van hoog water [bovenwater, hoog tij] [N 81 (1980)] III-4-4