e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wagon wagon (<eng.): wagon (Maasbree, ... ) een spoorwagen [wagon, cabine] [N 90 (1982)] III-3-1
wak in het ijs gat: gāāt (Maasbree), ps. boven de beide as staan nog ?; deze combinatieletters zijn niet te maken.  gaat (Maasbree) gat in het ijs, dat erin gehakt is [DC 44 (1969)] || wak (in het ijs) [SGV (1914)] III-4-4
wakker wakker: wakker (Maasbree, ... ) Wakker: niet slapend (wakker, snuig). [N 84 (1981)] III-1-2
walm blaak: blaok (Maasbree), kwalm: kwalm (Maasbree), walm: walm (Maasbree) dikke vettige damp of rook (walm, kwalm, blaak, zwalm, galm) [N 90 (1982)] III-2-1
walnoot noot: noot (Maasbree) Hoe noemt men de vrucht van de walnoot of okkernoot (Juglans regia L.)? [DC 17 (1949)] III-2-3
walpin ascenter: ascenter (Maasbree) De pen of knop vōōr aan de kop van de houten molenas. Zie ook afb. 46. Het woordtype ascenter (l 267, l 292, l 300, Q 36) verwijst ernaar dat de walpin wordt gebruikt om de as op de draaibank te centreren zodat de hals en de pin afgedraaid kunnen worden (Wiessner, pag. 68). [N O, 10e; A 42A, 7; N O, 10d] II-3
wan wan: wan (Maasbree) De platte, aan één zijde iets uitgeholde, doorgaans van stro gevlochten korf met twee oren die men gebruikte voor het wannen met natuurlijke wind. Zie afbeelding 13. [N 14, 38a; JG 1a, 1b, 2c; R 3, 64; monogr.; add. uit N 14, 37] I-4
wandelen wandelen: wandele (Maasbree, ... ) Wandelen: gemakkelijk en zonder zich in te spannen gaan (wandelen, kuieren, kachelen, tuinen). [N 84 (1981)] III-1-2
wang wang: wang (Maasbree) Welk woord gebruikt men in Uw dialect om de vlezige zijkant van het gezicht aan te duiden? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
wapen wapen: waope (Maasbree, ... ) een voorwerp dat bestemd is om iemand letsel toe te brengen of zich ermee te verdedigen [wapen, wapie] [N 90 (1982)] III-3-1