21162 |
wagon |
wagon (<eng.):
wagon (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
een spoorwagen [wagon, cabine] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25214 |
wak in het ijs |
gat:
gāāt (L267p Maasbree),
ps. boven de beide as staan nog ?; deze combinatieletters zijn niet te maken.
gaat (L267p Maasbree)
|
gat in het ijs, dat erin gehakt is [DC 44 (1969)] || wak (in het ijs) [SGV (1914)]
III-4-4
|
17845 |
wakker |
wakker:
wakker (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
Wakker: niet slapend (wakker, snuig). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19477 |
walm |
blaak:
blaok (L267p Maasbree),
kwalm:
kwalm (L267p Maasbree),
walm:
walm (L267p Maasbree)
|
dikke vettige damp of rook (walm, kwalm, blaak, zwalm, galm) [N 90 (1982)]
III-2-1
|
20979 |
walnoot |
noot:
noot (L267p Maasbree)
|
Hoe noemt men de vrucht van de walnoot of okkernoot (Juglans regia L.)? [DC 17 (1949)]
III-2-3
|
26220 |
walpin |
ascenter:
ascenter (L267p Maasbree)
|
De pen of knop vōōr aan de kop van de houten molenas. Zie ook afb. 46. Het woordtype ascenter (l 267, l 292, l 300, Q 36) verwijst ernaar dat de walpin wordt gebruikt om de as op de draaibank te centreren zodat de hals en de pin afgedraaid kunnen worden (Wiessner, pag. 68). [N O, 10e; A 42A, 7; N O, 10d]
II-3
|
25525 |
wan |
wan:
wan (L267p Maasbree)
|
De platte, aan één zijde iets uitgeholde, doorgaans van stro gevlochten korf met twee oren die men gebruikte voor het wannen met natuurlijke wind. Zie afbeelding 13. [N 14, 38a; JG 1a, 1b, 2c; R 3, 64; monogr.; add. uit N 14, 37]
I-4
|
17929 |
wandelen |
wandelen:
wandele (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
Wandelen: gemakkelijk en zonder zich in te spannen gaan (wandelen, kuieren, kachelen, tuinen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17755 |
wang |
wang:
wang (L267p Maasbree)
|
Welk woord gebruikt men in Uw dialect om de vlezige zijkant van het gezicht aan te duiden? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)]
III-1-1
|
21743 |
wapen |
wapen:
waope (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
een voorwerp dat bestemd is om iemand letsel toe te brengen of zich ermee te verdedigen [wapen, wapie] [N 90 (1982)]
III-3-1
|