| 26348 |
doorslaan |
doorbloeden:
dōrblōjǝ (L267p Maasbree)
|
Het doordringen van aniline door nieuw opgebrachte verflagen. [N 67, 12c]
II-9
|
| 30876 |
dop |
hansworst:
hanswors (L267p Maasbree)
|
Het enigszins plat uitlopend houtje dat de schoenmaker onder de hozen slaat of steekt, om de laars voldoende strakheid te geven. [N 60, 188b]
II-10
|
| 20398 |
dopeling |
dopeling:
duipeling (L267p Maasbree)
|
de dopeling, het doopkind [N 96D (1989)]
III-2-2
|
| 20848 |
dopen |
dopen:
duipe (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree),
döypə (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
doopen [SGV (1914)] || doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || Dopen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 33521 |
doperwten |
erwten:
Venlo e.o.
erte (L267p Maasbree),
peulen:
WLD
peule (L267p Maasbree)
|
De jonge erwten die uit de dop gehaald moeten worden; doperwt (poolerwt, dopper, doperwt, pelerwt). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 24753 |
dophei |
hommelhei:
eigen spellingsysteem
hômmelhei (L267p Maasbree)
|
Dophei (erica tetralix een 10 tot 50 cm lage plant. De stengels zijn stijf behaard; de bladeren bevinden zich in 4-tallige kransen, ze zijn smal, ongesteeld en niet afvallend; aan de rand zijn de bladeren klierachtig behaard; de bloemen bevinden zich in [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 30738 |
doppen |
doppen:
dǫpǝ (L267p Maasbree)
|
Het aanbrengen van kleine vlekjes verf met behulp van een spons. [N 67, 80a]
II-9
|
| 21311 |
dorp |
dorp:
derp (L267p Maasbree)
|
dorp [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 19991 |
dorpel |
dorpel:
dørǝpǝl (L267p Maasbree),
stoep:
stup (L267p Maasbree)
|
Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld]
II-9
|
| 21765 |
dorpsgenoot |
dorpsgenoot:
dörpsgenoe͂t (L267p Maasbree)
|
Noem het (dialect)woord voor: mensen die in hetzelfde dorp wonen als u? [dorpsgenoot] [N 102 (1998)]
III-3-1
|