23699 |
een rozenhoedje bidden |
rozenkrans beden:
roeezekrans baeje (L267p Maasbree)
|
Een Rozenhoedje bidden [de roozekrans bèèje, ziech der roeëzekrans beëne?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
30789 |
een ruit plaatsen |
inzetten:
enzętǝ (L267p Maasbree)
|
Een ruit in de sponning plaatsen en met behulp van kleine spijkertjes, glaspennen en stopverf vastzetten. [N 67, 90c; monogr.]
II-9
|
22385 |
een spel kaarten |
kaarten (mv.):
kaart (L267p Maasbree),
stok:
stok kaart (L267p Maasbree)
|
Een spel kaarten [stok, spel, speul]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18077 |
een verkoudheid hebben |
het lelijk te pakken hebben:
ik heb t lelijk te pakke (L267p Maasbree),
het te pakken hebben:
ik heb t lelijk te pakke (L267p Maasbree)
|
Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
32754 |
een voor afhakken, afscheppen |
afsteken:
āfstę̄kǝ (L267p Maasbree)
|
Voordat men een voor met de spade omwerkt, hakt of schept men, na eerst de mest met een riek in de voor geduwd te hebben, de bovenlaag van de harde voor af om deze aarde op de mest in de open voor te deponeren. De termen veronderstellen doorgaans de voor als object, ook als dat niet werd opgegeven. Toch kunnen ze soms - absoluut gebruikt - op de handeling zonder meer slaan (b.v. "ze zouden om de beurt spitten en (af)hakken c.q. afscheppen"). [N 11A, 149; N Q, 2b; div.; monogr.]
I-1
|
17709 |
een wind laten |
ene laten vliegen:
inne laote vleege (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
wind laten [N 10c (1995)] || Wind: ontsnappende darmgassen, een buikwind (scheet, veest, poepje, wind). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
34495 |
een zandbad nemen |
moeten:
mutǝn (L267p Maasbree)
|
Met de vleugels een zandbad nemen in de zonneschijn, gezegd van kippen. [N 19, 61b; A 28, 13a; A 28, 13b; Lu 6, 13a; Lu 6, 13b; monogr.]
I-12
|
34332 |
een zeugennest maken |
bocht (zelfst. nmw.):
box (L267p Maasbree)
|
Van stro een soort nest maken voor het werpen, gezegd van de zeug. [N 76, 25; N 14, 56]
I-12
|
34542 |
eend |
eend:
ē̜ŋ (L267p Maasbree)
|
[JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.]
I-12
|
24584 |
eendekroos |
kroost:
kroos(t) (L267p Maasbree)
|
eendekroos [DC 56 (1981)]
III-4-3
|