e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemeente gemeente: gemeinde (Maaseik), gemeinte (Maaseik), gəmejntə (Maaseik), gəmējndə (Maaseik) gemeente [ZND 01 (1922)], [ZND 24 (1937)], [ZND m] III-3-1
gemeentehuis gemeentehuis: gemeintehoes (Maaseik), raadhuis: rōͅthŭjs (Maaseik), stadhuis: statŭjs (Maaseik) gemeentehuis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemene vrouw canaille (fr.): kanaalje (Maaseik), tang: tang (Maaseik) gevaarlijk vrouwmens || kwaad wijf III-1-4
gemok gepruttel: geprēūtel (Maaseik) gemok [ZND 01 (1922)] III-1-4
genezen genezen: genāēze (Maaseik), geniezen (Maaseik), gəni:zə (Maaseik), weer genezen (Maaseik) genezen [ZND m] || genezen (ww) [ZND A1 (1940sq)] || hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)] III-1-2
gepachte hoeve, pachtgoed hof: [hof] (Maaseik), pachtgoed: pāxt˲gōt (Maaseik), pachthoeve: paxthuf (Maaseik), pachthof: paxthōf (Maaseik), winning: wɛneŋ (Maaseik) Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1] I-6
gepensioneerd (zijn) gepensioneerd: znd 35, 65  gepencheneerd (Maaseik), gepensionneerd (Maaseik), pensioen hebben: znd 35, 65  heit pensioen (Maaseik) gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)] III-2-2
geprimeerde stier geprimeerde stier: gǝpremɛ̄rdǝ stīr (Maaseik) Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b] I-11
geraamte geraamte: gerämte (Maaseik) geraamte [ZND 01 (1922)] III-1-1
gereed klaar: klāōr (Maaseik), klōͅr (Maaseik), vaardig: vēͅrdi̯x (Maaseik), cf. D. "fertig  vèèrdig (Maaseik) gereed, klaar || klaar [ZND 01 (1922)], [ZND A2 (1940sq)] || vaardig [ZND A1 (1940sq)] III-1-4