e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kermis kermis: kirmes (Maaseik), kirəməs (Maaseik), meurgen is `t kermes (Maaseik), meurgen is het kermis (Maaseik) kermis [RND] || Kermis. [Willems (1885)] || Morgen is het kermis. [ZND 39 (1942)] III-3-2
kermismuziek kermismuziek: kèrmis mezi-jk (Maaseik) de muziek die te horen is op kermissen [spel] [N 112 (2006)] III-3-2
kern vleeshoorn: vlęi̯surǝ (Maaseik) Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15] I-11
kers, zoete soorten kers: keers (Maaseik), kers}* (Maaseik) [ZND 01 (1922)]kers [ZND 01 (1922)] I-7
kersenpannenkoek kersenkoek: kirsəkōk (Maaseik), Syst. Frings  kīrsəkōk (Maaseik) Pannekoek met kersen (kersekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
kerstmis kerstmis: kiersmus (Maaseik), kierstmis (Maaseik), kiesmes (Maaseik), kiesmis (Maaseik), kīrsəmys (Maaseik), kīərsməs (Maaseik), kîrsməs (Maaseik) Hoe vertaalt men in uw dialect: Kerstmis? [ZND 20 (1936)] || Kerstmis. [ZND 42 (1943)], [ZND m] III-3-3
ketelmuziek ketelmuziek: kieëtel mezi-jk (Maaseik) het lawaai dat gemaakt wordt met potten, pannen, ketels etc. en dat bij wijze van volksjustitie gemaakt wordt voor de deur van personen die zich misdragen hebben in de ogen van hun dorpsgenoten [blekalbade, belmarkt] [N 112 (2006)] III-3-2
ketsen, molenkar varen molenkar varen: [molenkar] vā.rǝ (Maaseik) Zakken graan of meel ophalen en thuisbrengen. Zie voor de fonetische documentatie van het woord ømolenkarŋ het lemma ɛmolenkarɛ.' [N O, 38q; Vds 267; Jan 259; Coe 238; Grof 264] II-3
ketser ketser: ketser (Maaseik), meisjeszot  <ketser> (Maaseik) kent uw dialect een zelfstandig naamwoord ketser, kasjer, wat betekent het ? [ZND 41 (1943)] III-3-1
ketsgereedschap ketsgetuig: kɛtsgetø&#x0304i̯x (Maaseik), kɛtsgətø͂ͅi̯x (Maaseik) slagpen, stalen ~ en vuursteen in de tondeldoos te zamen (ketsgetuig) [N 20 (zj)] III-2-1