e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opbollen van het beschuitdeeg opbollen: opbǫlǝ (Maaseik) [N 29, 59a] II-1
opbrengst van een aardappelstruik struik: strǫu̯k (Maaseik) Bij het woordtype kooksel wordt opgemerkt: "eigenlijk voldoende om éénmaal van te eten". [N 12, 19] I-5
opeenschuiven overeenschuiven: uverein sju-jve (Maaseik), stroppen: ströppe (Maaseik), ströppe(n) (Maaseik) Op elkaar schuiven (stroppen, schuiven) [N 108 (2001)] III-1-2
open broed open broed: ōpǝn brōt (Maaseik) Broed dat nog niet afgesloten of verzegeld is. De toekomstige bij zit dan nog in het stadium van ei en larf. [N 63, 25a; N 63, 20a; N 63, 22c] II-6
openbare verkoop hoging: hygiŋ (Maaseik), publieke verkoop: ps. omgespeld volgens Frings.  pəblēi̯kəvərkōͅup (Maaseik), ənə pəblei̯kə vərkoͅu̯p (Maaseik), uitroep: ps. omgespeld volgens Frings.  ou̯trop (Maaseik), ōu̯trōp (Maaseik), verkoop: verkuip (Maaseik) Hoe heet een openbare verkoping bij opbod? [ZND 41 (1943)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)] III-3-1
openbreken opdraaien: ǫp˱drɛjǝ (Maaseik), openbreken: uǝpǝbrę̄kǝ (Maaseik) De molenstenen van hun plaats nemen als ze gescherpt moeten worden. Daartoe moet de molenaar de kuip met alle toebehoren rondom de stenen verwijderen. Vervolgens licht hij de loper uit het staakijzer en legt hem omgekeerd naast de ligger, zodat het maalvlak van de loper en ligger bewerkt kan worden. De meeste in dit lemma opgenomen termen veronderstellen de (molen)stenen of de molen als object. [N O, 33g; Vds 199; Jan 178; Coe 160; Grof 194] II-3
openbroek met linten toeboks: Van Dale: toebroek, ouderwetse vrouwenonderbroek die van voren en van achteren gesloten was.  tuu(w)buks (Maaseik) vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)] III-1-3
opereren opereren: opereere (Maaseik), operere(n) (Maaseik), oppereere (Maaseik) Opereren: een operatie verrichten (opereren, vlijmen, snijden). [N 107 (2001)] III-1-2
opgebaard zijn over aarde liggen: over = boven  uvereird liggen (Maaseik) dode die nog niet begraven is III-2-2
opgewarmde koffie opgewarmde koffie: opgəweͅrmdə kofi (Maaseik), zauwel: Syst. Frings  zau̯əl (Maaseik) Opgewarmde koffie (schuddebol?) [N 16 (1962)] III-2-3