18839 |
bezadigd |
bezadigd:
ook materiaal znd 21, 18
bəzādigde mins (L372p Maaseik),
serieus:
ook materiaal znd 21, 18
serieus (L372p Maaseik)
|
bezadigd [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19613 |
bezem |
bessem:
bɛsǝm (L372p Maaseik),
bezem:
bēͅsəm (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik),
be̞ͅsəm (L372p Maaseik),
bɛsəm (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik,
L372p Maaseik)
|
bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)], [ZND A1 (1940sq)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b]
I-4, III-2-1
|
19729 |
bezemsteel |
steel:
stīəl (L372p Maaseik)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|
19302 |
bezig |
aan de gang:
on də gaŋ (L372p Maaseik)
|
bezig zijn [ZND 19a (1936)]
III-1-4
|
21299 |
bezoek |
bezoek:
bezeúk (L372p Maaseik)
|
bezoek [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
21509 |
bezoeken |
bezoeken:
bezeuken (L372p Maaseik),
bəzøkə (L372p Maaseik),
opzoeken:
opzøkə (L372p Maaseik)
|
Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)]
III-3-1
|
25654 |
bezorgen |
uitvaren:
ūtvārǝ (L372p Maaseik)
|
Brood thuis bezorgen. Het woordtype "kremeren" duidt op het feit dat het brood niet door de rondbrenger gebakken is maar dat het door een grote bakkerij of broodfabriek geleverd wordt. Een eventueel opgegeven object "brood" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 99a, N 29, 99b; N 29, 100 add.; monogr]
II-1
|
17996 |
bibberen |
beven:
Zelden.
bēͅvə (L372p Maaseik),
bibberen:
bibbere (L372p Maaseik),
Minder freq.
bibəre (L372p Maaseik),
rijderen:
rijərə (L372p Maaseik),
riëren (L372p Maaseik)
|
beven, bibberen [ZND 21 (1936)] || bibberen [ZND 01 (1922)]
III-1-2
|
23200 |
bidden |
beden:
bēje (L372p Maaseik),
de moes biën (L372p Maaseik),
də mûs dich bêjə (L372p Maaseik)
|
Bidden. [ZND 01 (1922)] || Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)]
III-3-3
|
23201 |
biechten (gaan) |
zich biechten (gaan):
we goön ös beechte (L372p Maaseik),
zich bēēchte (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik),
ook, maar minder zonder us
wə gûn ŭs bēchtə (L372p Maaseik)
|
Biechten. [ZND 01 (1922)] || We gaan biechten, of ... ons biechten, of ... te biechte (welke uitdrukking is hiervoor gebruikelijk?). [ZND 21 (1936)]
III-3-3
|