e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ratelaar schrot: šrǫt (Maaseik) Steen zonder klank, zeer breekbaar en veelal met scheuren erin. Volgens Coopman (pag. 64) wordt de term ratelaars altijd gebruikt samen met rammelaars. [N 98, 169; monogr.; N 31, 14 add.; N 30 add.] II-8
rauw rauw: rauw vleis (Maaseik), ra͂uw vløjs (Maaseik) Rauw vlees. [ZND 41 (1943)] III-2-3
ravotten ravotten: ravotten (Maaseik, ... ) Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)] III-3-2
razen en tieren baljoenen: baljoune (Maaseik) rzen en tieren III-1-4
razend van woede giftig: giftig (Maaseik), razentig kwaad: raozentig kwaod (Maaseik) razend kwaad || woedend III-1-4
rechte, vormeloze benen stoofpijpen: stoͅfpeəpə (Maaseik) benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)] III-1-1
rechterachterkwartier kwartier rechts achter: kwartēr ręxs axtǝr (Maaseik) Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d] I-11
rechterkant van het paard buitenkant: butǝkant (Maaseik) Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10] I-9
rechtervoorkwartier kwartier rechts voor: kwartēr ręxs vø̄r (Maaseik) Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c] I-11
rechtsvoor rechtsbuiten: rechts- / linksbuiten (Maaseik) Hoe noemt U in uw dialect de speler, die in een voetbalteam de uiterst linkse of uiterst rechtse positie in de aanvalslijn bekleedt? III-3-2