24767 |
ratelaar |
schrot:
šrǫt (L372p Maaseik)
|
Steen zonder klank, zeer breekbaar en veelal met scheuren erin. Volgens Coopman (pag. 64) wordt de term ratelaars altijd gebruikt samen met rammelaars. [N 98, 169; monogr.; N 31, 14 add.; N 30 add.]
II-8
|
20529 |
rauw |
rauw:
rauw vleis (L372p Maaseik),
ra͂uw vløjs (L372p Maaseik)
|
Rauw vlees. [ZND 41 (1943)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
ravotten:
ravotten (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik)
|
Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)]
III-3-2
|
18868 |
razen en tieren |
baljoenen:
baljoune (L372p Maaseik)
|
rzen en tieren
III-1-4
|
19120 |
razend van woede |
giftig:
giftig (L372p Maaseik),
razentig kwaad:
raozentig kwaod (L372p Maaseik)
|
razend kwaad || woedend
III-1-4
|
17674 |
rechte, vormeloze benen |
stoofpijpen:
stoͅfpeəpə (L372p Maaseik)
|
benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
34093 |
rechterachterkwartier |
kwartier rechts achter:
kwartēr ręxs axtǝr (L372p Maaseik)
|
Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d]
I-11
|
33764 |
rechterkant van het paard |
buitenkant:
butǝkant (L372p Maaseik)
|
Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10]
I-9
|
34092 |
rechtervoorkwartier |
kwartier rechts voor:
kwartēr ręxs vø̄r (L372p Maaseik)
|
Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c]
I-11
|
22883 |
rechtsvoor |
rechtsbuiten:
rechts- / linksbuiten (L372p Maaseik)
|
Hoe noemt U in uw dialect de speler, die in een voetbalteam de uiterst linkse of uiterst rechtse positie in de aanvalslijn bekleedt?
III-3-2
|