id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
18950 | baljoenen | baldadig (persoon): baljoene (Klimmen), brassen: baljoene (Voerendaal), iemand luidruchtig berispen: baljoene (Geleen), joelen: baljoene (Gronsveld, ... ), baljōēnə (Hulsberg), beljoene (Voerendaal), lawaai maken: baljoene (Echt/Gebroek), razen en tieren: baljoene (Geleen), baljoune (Maaseik), schaterlachen: dezelfde betekenis. baljoēne (Brunssum) III-1-4, III-3-1, III-4-4 |